Toekomst Noordzeekanaalgebied: vier richtingen voor industrie, haven en water

Het College van Rijksbouwmeester liet onderzoek doen naar de ruimtelijke toekomst van drie energie-intensieve industrieclusters: petrochemie, staal en glastuinbouw. Deze sectoren moeten ingrijpend veranderen. Hun huidige succes is mede te danken aan hun ligging in de delta, maar juist die strategische ligging staat nu onder druk door klimaatverandering.

De energie-intensieve industrie is cruciaal voor een klimaatneutrale en circulaire economie, maar vraagt veel ruimte, energie en grondstoffen. In Nederland, waar ruimte, duurzame energie en zoet water steeds schaarser worden, kunnen niet alle economische activiteiten blijven zoals ze zijn. Dit vraagt om scherpe keuzes en complexe afwegingen. Een ruimtelijke benadering helpt om te bepalen welke activiteiten waar het meest toekomstbestendig zijn

Noordzeekanaalgebied

Het Noordzeekanaalgebied is al meer dan een eeuw een cruciale economische motor voor de regio Amsterdam. Aan het einde van de negentiende eeuw begon de stad met het graven van het kanaal, om zo een directe verbinding met zee tot stand te brengen. Daarmee moest de achterblijvende industrialisatie van Amsterdam worden ingehaald. Deze strategische keuze maakte onder andere de komst mogelijk van de staalindustrie in IJmuiden (het huidige Tata Steel) die jarenlang kon floreren dankzij de unieke ligging en toegang tot grondstoffen, water en transport.

Maar de toekomst van het gebied staat onder druk. De zogeheten ‘talenten van de plek’ – zoals de toegang tot zee, het zoete water uit de duinen en de goede verbindingen – zijn niet meer vanzelfsprekend. Klimaatverandering, verzilting, ruimtegebrek en maatschappelijke druk op vervuilende industrie dwingen tot fundamentele keuzes. Wat moet blijven, wat kan anders, en wat moet verdwijnen?

Vier scenario’s: staal, energie, haven of water

Een recente ontwerpverkenning schetst vier toekomstscenario’s voor het Noordzeekanaalgebied richting 2100. Deze scenario’s zijn gebaseerd op twee assen: het type watersysteem (zoet of verzilt) en het behoud versus vernieuwing van industrie. Elk scenario richt zich op een andere zekerheid: staal, energie, havenfunctie of waterbeschikbaarheid.

  1. Staalzekerheid
    Dit scenario stuurt op behoud van strategische staalproductie. Hoogovens worden omgevormd tot circulaire staalfabrieken, aangedreven door windenergie en waterstof. Vaarverbindingen blijven essentieel en het Westelijk Havengebied wordt een circulair ecosysteem voor opslag, productie en hergebruik.

  2. Energiezekerheid
    Hier staat een energiecluster centraal, met internationale verbindingen (zoals Schiphol) en productie van groene waterstof en synthetische brandstoffen. De zeesluis blijft voorlopig open voor brandstofoverslag. Het havengebied fungeert als opslaglocatie voor nieuwe energiedragers.

  3. Havenzekerheid
    Behoud van de zeehavenfunctie staat hier voorop. Alle bestaande industrie kan blijven, maar deels verplaatst worden naar een nieuw buitendijks gebied: de IJvlakte. Op termijn sluit de zeesluis voor scheepvaart. IJmuiden wordt een multimodaal overslagpunt en het havengebied krijgt ruimte voor stedelijke circulaire economie.

  4. Waterzekerheid
    Dit scenario draait om de bescherming van zoetwater. De zeesluis sluit snel om verzilting te voorkomen. De hoogovens maken plaats voor een bioraffinaderij en de regio richt zich op biobased productie. De haven krijgt een nieuwe rol als vestigingslocatie voor waterzuinige industrie.

Koersen op de toekomst: nu, straks en later

Elk scenario laat zien dat keuzes in tijd en ruimte onderling samenhangen. Nu moeten bedrijven die afhankelijk zijn van de zee geleidelijk worden uitgefaseerd en moeten verbindingen met het achterland worden versterkt. Straks moet de schaarse ruimte rondom de sluis slim worden benut, bijvoorbeeld door de verduurzaming van Tata Steel aan te grijpen om ruimte vrij te maken. Later zijn vooral klimaatmaatregelen bepalend: verzilting tegengaan, omgaan met verminderde bevaarbaarheid van rivieren en bescherming tegen zeespiegelstijging.

De ontwerpverkenning doet ook concrete aanbevelingen. Zo moet worden gestuurd op effectief ruimtegebruik bij de herontwikkeling van Tata-terrein, aansluiting worden gezocht met het Deltaprogramma, en moeten nieuwe vormen van werkgelegenheid worden gestimuleerd. Ook is het belangrijk om randvoorwaarden te stellen aan industrie die zwaar vervuilt, zodat transformatie van het gebied verantwoord plaatsvindt.

De toekomst is onzeker, maar maakbaar

De kracht van het Noordzeekanaalgebied ligt in zijn aanpassingsvermogen. De regio moet inspelen op mondiale veranderingen, maar kan dankzij haar ligging en infrastructuur ook een voortrekkersrol spelen in de duurzame industrie van de toekomst. De scenario’s geven geen blauwdruk, maar helpen bij het maken van strategische keuzes die het gebied toekomstbestendig maken – voor mens, economie én klimaat.

Bron: CRa

Deel uw  ervaringen op ManagementSite

Wij zijn altijd op zoek naar ervaringen uit de praktijk, wat werkt wel, wat niet.

SCHRIJF MEE  >>

Als u 3 of meer artikelen per jaar schrijft, ontvangt u een gratis pro-abonnement twv €200,--