Rechter: overheid hoeft geen subsidie aan PostNL te verlenen

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) heeft geoordeeld dat de overheid PostNL dit jaar en volgend jaar geen voorschot van 15 miljoen euro subsidie hoeft te verstrekken voor de uitvoering van de Universele Postdienst (UPD). Daarmee wees de rechter het verzoek van PostNL om een voorlopige voorziening af. Een gevoelige nederlaag voor het postbedrijf.

PostNL heeft nu de overheid gevraagd een deel van de wettelijke verplichting tot postbezorging in te trekken. Na het negatieve oordeel van de rechter stelt het bedrijf dat de UPD niet langer op een verantwoorde manier kan worden uitgevoerd. PostNL: "Er ontstaat hierdoor een onhoudbare situatie voor PostNL. En het brengt de continuïteit van de Nederlandse postdienstverlening in gevaar. Dat is onverantwoord voor de mensen die afhankelijk zijn van post, de duizenden mensen die werken in de postsector en mag niet van een commercieel bedrijf verwacht worden bij de uitvoering van een verplichte publieke taak.

Steun gevraagd

PostNL had eerder dit jaar om steun gevraagd, omdat het verlies lijdt op de brievenbezorging. Het bedrijf mag deze activiteit echter niet zomaar staken, aangezien de UPD een wettelijke taak is. Het kabinet weigerde financiële steun te verlenen, waarna PostNL de zaak aanhangig maakte. In spoedeisende zaken kan de rechter een voorlopig oordeel geven, maar de voorzieningenrechter ziet geen grond om in te grijpen.

Volgens de rechter volgt uit de nationale wetgeving geen verplichting voor de minister om PostNL subsidie te verlenen. Ook is het de vraag of de uitvoering van de UPD onder de huidige omstandigheden een onevenredige financiële last vormt die de minister verplicht tot compensatie. Uit de door PostNL aangeleverde cijfers blijkt dit vooralsnog niet. Bovendien beschikt de minister over beleidsruimte om op andere manieren in te grijpen, bijvoorbeeld door de postvoorziening te versoberen.

Verliesgevend

De voorzieningenrechter concludeert dat de financiële situatie van PostNL niet zo nijpend is dat het kabinet nu tot (tijdelijke) steun verplicht is. De afwijzing van de subsidie blijft daarom in stand. De rechter erkent dat PostNL met stukken heeft aangetoond dat de uitvoering van de Universele Postdienst (UPD) steeds zwaarder en verlieslatender wordt en dat er urgentie is om maatregelen te nemen. De zorgen van PostNL over het tempo en de mate waarin maatregelen worden getroffen, worden begrepen. Toch oordeelt de rechter dat het niet aan PostNL is om dit probleem zelf op te lossen: op enig moment kan redelijkerwijs niet meer van het bedrijf worden verlangd de UPD onverminderd uit te voeren. 

Om de kosten te drukken besloot demissionair minister Karremans van Economische Zaken op 30 juni dat brievenbuspost niet langer binnen 24 uur, maar binnen 48 uur bezorgd hoeft te worden. PostNL liet toen al weten dat deze maatregel onvoldoende is om de financiële problemen op te lossen.

Hoe nu verder

Experts in stelden recent nog in FD dat vanuit publiek belang het losmaken van de brievendienst uit PostNL geen ramp zou zijn. Het geeft transparantie over de kosten en voorkomt kruissubsidies op de pakketmarkt. En als de brievendienst voor aandeelhouders weinig waard is, dan biedt dat de overheid een kans om de infrastructuur (brievenbussen, sorteercentra, postbodes) voor een symbolisch bedrag over te nemen.

Bron: Rechtspraak

Lees ook: PostNL gaat naar de rechter. Is dat terecht?

Deel uw  ervaringen op ManagementSite

Wij zijn altijd op zoek naar ervaringen uit de praktijk, wat werkt wel, wat niet.

SCHRIJF MEE  >>

Als u 3 of meer artikelen per jaar schrijft, ontvangt u een gratis pro-abonnement twv €200,--