Rabobank brengt duurzaam verdienvermogen regio's in kaart

De Nederlandse economie staat voor een dubbele opgave: het verhogen van de arbeidsproductiviteit én de transitie naar een duurzame en inclusieve economie. Deze twee uitdagingen vormen samen het duurzaam verdienvermogen, essentieel voor toekomstbestendige bedrijvigheid. Regionale verschillen in Nederland zijn hierbij groot: sommige regio’s combineren beide opgaven al succesvol, terwijl andere duidelijk achterblijven. De Rabobank bracht het in kaart.

Dubbele uitdaging in regionaal perspectief

Het duurzaam verdienvermogen kent twee pijlers: productiviteit en duurzaamheid/inclusiviteit. Als een van beide achterblijft, wordt de brede welvaart en economische veerkracht van een regio ondermijnd. Regio’s functioneren in ecosystemen van bedrijven en hun omgeving, wat de noodzaak van een geografische benadering onderstreept.

De transitie naar een duurzame en inclusieve economie wordt jaarlijks gemeten via de NEx-T-index van RaboResearch. Deze index kijkt naar zeven dimensies: nieuwe rijkdom, echte prijzen, inclusief ondernemen, transparante ketens, groene energie, biodiversiteit en circulair ondernemen. De mate van intentie, verankering in beleid en realisatie bepalen per dimensie de score. In 2024 zijn de transitiescores van 26 COROP-regio’s vergeleken, gecorrigeerd voor sectorstructuur en bedrijfsomvang.

Regionale verschillen in duurzaamheidstransitie

De transitie naar een duurzame economie verloopt grillig over het land. Regio’s als Groningen, Zuid-Limburg, Midden-Brabant, Brainport Eindhoven, de Veluwe, Groot-Amsterdam, Twente en Friesland lopen voorop. Daartegenover staan Noordoost-Noord-Brabant, Zeeland, Haarlem en delen van Zuid-Holland met relatief lage transitiescores. Opvallend is dat sommige regio’s wel goed scoren op specifieke dimensies, zoals groene energie, maar toch laag eindigen op de totaalscore. De mate waarin regio’s worden gedragen door veel koplopers of juist veel achterblijvers blijkt een belangrijke verklaring voor het verschil in voortgang.

Arbeidsproductiviteit: grote regionale kloof

Twee regio’s domineren het Nederlandse productiviteitslandschap: Groot-Amsterdam en Brainport Eindhoven. Zij combineren het hoogste productiviteitsniveau met de sterkste groei tussen 2010 en 2023. Samen zijn zij verantwoordelijk voor bijna de helft van de nationale productiviteitsgroei. 

Een belangrijke verklaring voor hun hoge productiviteitsniveau ligt in de zogenoemde agglomeratievoordelen. In stedelijke gebieden profiteren bedrijven van de nabijheid tot andere ondernemingen, kennisinstellingen en een breed en divers arbeidspotentieel. Deze concentratie bevordert innovatie, kennisuitwisseling en efficiëntie, wat zich vertaalt in hogere productiviteit.

Andere regio’s met relatief hoge productiviteit zijn Utrecht, Groot-Rijnmond en Delfzijl. Daartegenover staan gebieden als Oost-Groningen, de Kop van Noord-Holland, Emmen en Zuidwest-Friesland waar het productiviteitsniveau en de groei achterblijven. Toch zijn er ook lichtpunten: regio’s als Zeeuws-Vlaanderen en Noordoost-Brabant laten zien dat ook buiten de economische centra groei mogelijk is.

Kruispunt van transitie en productiviteit

Niet elke regio weet duurzaamheid en productiviteit te combineren:

  • Groot-Amsterdam, Brainport, de Veluwe en Twente combineren sterke transitie en productiviteitsgroei.
  • Utrecht en Noordoost-Brabant zijn productief, maar lopen achter op duurzaamheid.
  • Zuid-Limburg en Midden-Brabant scoren goed op transitie, maar blijven achter in productiviteit.
  • Andere regio’s hebbem dubbele achterstand – laag op beide fronten – kennen de grootste opgave.

De z-score-analyse, gebaseerd op zowel productiviteit als duurzaamheid, wijst Groot-Amsterdam, Brainport, Midden-Brabant, de Veluwe en Twente aan als voorlopers in duurzaam verdienvermogen. Regio’s in de Zuidvleugel van de Randstad presteren relatief zwakker.

Conclusie

Nederland staat voor een complexe economische transitie. Bedrijven moeten productiever worden om internationaal concurrerend te blijven en de vergrijzing op te vangen. Tegelijk is duurzaamheid onontkoombaar door schaarste, regelgeving en maatschappelijke eisen.

Regionaal beleid en samenwerking zijn cruciaal, aangezien de opgaven en sterktes per regio sterk verschillen. Regio’s die beide weten te combineren – zoals Groot-Amsterdam en Brainport Eindhoven – bieden het beste perspectief op breed en duurzaam welvaartsherstel. Voor andere regio’s is maatwerkbeleid nodig om óf de productiviteit te versterken óf de duurzaamheidstransitie te versnellen.

Bron: Rabobank

Deel uw  ervaringen op ManagementSite

Wij zijn altijd op zoek naar ervaringen uit de praktijk, wat werkt wel, wat niet.

SCHRIJF MEE  >>

Als u 3 of meer artikelen per jaar schrijft, ontvangt u een gratis pro-abonnement twv €200,--