Koeltransport speelt een cruciale rol in de concurrentiepositie van de Nederlandse land-, tuinbouw- en visserijsector. De Tweede Kamer heeft de oproep gedaan om met een plan voor verduurzaming van de sector te komen, met nadruk op de inzet van walstroom. Recent onderzoek van TNO laat zien dat er nog veel te winnen valt.
Grote afhankelijkheid van dieselkoelmotoren
Sinds 2019 moeten nieuwe koelmotoren voldoen aan de Stage V-norm. Toch blijkt dat deze motoren qua uitstoot nauwelijks verschillen van de oudere Stage III-versies. Uit RDW-data blijkt dat er in februari 2025 44.838 voertuigen met een geïsoleerde opbouw geregistreerd staan, waarvan meer dan de helft van vóór 2019. Dat betekent dat veel voertuigen nog met oudere, vervuilendere dieselmotoren rijden. Vooral opleggers en zware bakwagens zijn sterk vertegenwoordigd.
In vergelijking met moderne Euro VI-vrachtwagens zijn de NOx-emissies van koelmotor relatief hoog. Bijvoorbeeld, tijdens stadsleveringen met een gemiddelde Euro VI vrachtwagen is de koelmotor verantwoordelijk voor ongeveer een derde van de totale NOx-emissies (van koelmotor + vrachtwagen). Sommige Euro VI-vrachtwagens hebben zelfs lagere emissies, waardoor de koelmotor evenveel of zelfs meer NOx-uitstoot dan de vrachtwagen zelf.
Door het koppelen van RDW- en KvK-data is inzicht verkregen in de sectoren die koelvervoer inzetten. Retail en horeca zijn koplopers, zowel in aantal voertuigen als in verduurzaming. Dat komt doordat zij veelvuldig leveren in zero-emissiezones, waar elektrische voertuigen al steeds vaker de norm zijn.
Technologische oplossingen, maar gebrek aan standaardisatie
Om volledig elektrisch geconditioneerd vervoer mogelijk te maken, worden diverse technieken toegepast:
-
Energie-assen onder opleggers die stroom opwekken voor de koelmotor;
-
Extra accu’s in voertuigen om de koeling aan te drijven.
De markt signaleert echter een belangrijk knelpunt: het ontbreken van standaardisatie in aansluitingen en stekkerverbindingen. Iedere fabrikant hanteert nu eigen oplossingen, wat opschaling bemoeilijkt.
Behoefte aan duidelijke regelgeving
Uit de kwalitatieve interviews blijkt dat de sector bereid is verder te verduurzamen, maar dat heldere en consistente regelgeving cruciaal is. Een voorbeeld is de e-as: in Nederland kunnen opleggers met e-as nog niet geregistreerd worden, terwijl dat in sommige andere landen wel kan. Daardoor wijken innovatieve bedrijven uit naar het buitenland om hun materieel in te zetten.
Daarnaast groeit de aandacht voor duurzame koudemiddelen. Ook is de sector positief over het registreren van koelmachine, aandrijftype en koudemiddel, mits dit gebeurt binnen een gelijk speelveld met andere sectoren zoals voertuigen met laad- en loskranen. Een verplichte periodieke keuring ziet men minder zitten, mede vanwege de beperkte beschikbaarheid van deskundig personeel.
Verladers en stimuleringsmaatregelen
Opvallend is dat de bewustwording bij verladers achterblijft. Zij moeten nadrukkelijker meegenomen worden in de transitie, inclusief de kosten en inspanningen die verduurzaming vraagt. Koplopers pleiten bovendien voor stimuleringsmaatregelen om een deel van de extra kosten te compenseren. Cruciaal daarbij is dat regelgeving en subsidieregelingen beter op elkaar aansluiten.
De koeltransportsector wil verduurzamen en ziet kansen in elektrificatie, walstroom en nieuwe technieken. Maar zonder duidelijke regels, standaardisatie en passende stimulansen dreigt vertraging. De komende jaren zijn bepalend: niet alleen voor de sector zelf, maar ook voor de verduurzaming van de gehele voedselketen.
Bron: Ministerie IenW
Deel uw ervaringen op ManagementSite
Wij zijn altijd op zoek naar ervaringen uit de praktijk, wat werkt wel, wat niet.
SCHRIJF MEE >>
Als u 3 of meer artikelen per jaar schrijft, ontvangt u een gratis pro-abonnement twv €200,--