Elektrificatie is hét toekomstbeeld voor het zwaar wegvervoer. Maar wat als die transitie trager verloopt dan verwacht? Met 141.000 vrachtwagens in Nederland, goed voor 7 Mton CO₂-uitstoot per jaar (een kwart van alle wegverkeer), blijft de verduurzamingsopgave groot. In de overbruggingsperiode tot 2040 spelen hernieuwbare brandstoffen een cruciale rol. KiM bracht de markt in kaart.
HVO: populair maar schaars
Hydrotreated Vegetable Oil (HVO) geldt momenteel als favoriete ‘drop-in fuel’. Het kan fossiele diesel direct vervangen zonder motor- of infrastructuuraanpassingen. Toch zijn de grondstoffen schaars en neemt de vraag vanuit scheepvaart en luchtvaart snel toe. De prijsdruk kan hierdoor fors oplopen. Alleen inzetten op HVO is daarom geen robuuste strategie.
Breder palet aan brandstoffen
Het KiM onderscheidt meerdere opties, waaronder FAME (biodiesel in diverse mengvormen), biomethaan, methanol, dimethylether (DME), waterstof en e-fuels. Deze variëren sterk in toepasbaarheid. Sommige kunnen zonder aanpassing worden gebruikt, andere vragen om retrofits of volledig nieuwe motorconcepten. Voor transporteurs speelt de Total Cost of Ownership hierbij een doorslaggevende rol, net als de beschikbaarheid aan de pomp.
Het kip-ei-probleem
De overgang naar alternatieve brandstoffen stokt door wederzijdse afhankelijkheden. Producenten van hernieuwbare brandstoffen investeren pas bij voldoende afzetmarkten. Vrachtwagenfabrikanten ontwikkelen alleen nieuwe motoren als er zekerheid is dat brandstoffen breed beschikbaar komen. Brandstofleveranciers en tankstations investeren pas in infrastructuur bij voldoende vraag. En transporteurs stappen pas over als de zekerheid over prijs, beschikbaarheid en garantie is geregeld. Garages kunnen retrofits aanbieden, maar dit kan de fabrieksgarantie ongeldig maken.
De rol van beleid
Hier ligt een duidelijke rol voor de overheid. Naast het stimuleren van elektrificatie en drop-in fuels kan beleid ook gericht zijn op motor-aanpassingen en retrofit. Denk aan subsidies voor R&D en retrofits, of het overnemen van fabrieksgaranties na ombouw. Ook kan de overheid Renewable Fuel Corridors faciliteren, zodat transporteurs zeker weten dat alternatieve brandstoffen langs hoofdassen beschikbaar zijn.
Op Europees niveau is het ETS2 en de Renewable Energy Directive (RED) bepalend. Nationaal spelen de vrachtwagenheffing en zero-emissiezones mee. Uiteindelijk moeten brandstofleveranciers vanaf 2044 volledig CO₂-neutrale brandstoffen aanbieden.
Conclusie
De weg naar emissievrij zwaar wegvervoer loopt niet langs één pad. Elektrificatie blijft de stip op de horizon, maar in de overgangsperiode zijn hernieuwbare brandstoffen onmisbaar. HVO kan een rol spelen, maar is geen wondermiddel. Een breder palet, slimme beleidskeuzes en samenwerking tussen producenten, fabrikanten, transporteurs en overheid zijn noodzakelijk om de transitie betaalbaar, haalbaar en betrouwbaar te maken.
Lees ook: Kopen we in 2030 30% elektrische vrachtwagens?
Lees ook: Sjoemeldiesel?
Deel uw ervaringen op ManagementSite
Wij zijn altijd op zoek naar ervaringen uit de praktijk, wat werkt wel, wat niet.
SCHRIJF MEE >>
Als u 3 of meer artikelen per jaar schrijft, ontvangt u een gratis pro-abonnement twv €200,--