Ceteco-affaire blijkt € 21,4 miljoen (ƒ 47,2) te hebben opgeleverd!

Het is alweer een aantal jaren geleden dat Nederland op een donderdagochtend in juli 1999 via een krant werd geconfronteerd met de naam Ceteco. En werd geattendeerd op het bestaan van de provincie Zuid-Holland die er tot dat moment in geslaagd was als meest saaie bestuurslaag uit de publiciteit te blijven. Zó saai en zó weinig effectief bleek deze provincie te zijn dat begin 1990 van hogerhand zelfs serieus werd overwogen de provincie op te heffen en op te delen in twee stukken.
Met dat schrikbeeld voor ogen – daar gaan onze baantjes! – begonnen de provinciebestuurders te reorganiseren en nieuwe taken te verzinnen. Eén van de nieuwe taken die ze voor zichzelf zagen weggelegd was het verdienen van geld. En zo besloten Gedeputeerde Staten in oktober 1995 te gaan bankieren. Stiekem, in het geheim, kennelijk omdat ze toch wisten of vermoedden dat er iets niet pluis was met hun besluit. Daar hadden ze gelijk in, want veel later werd vastgesteld dat dit geheime bankiersbesluit ondemocratisch, ongrondwettig en daarmee onrechtmatig was!
Toenmalig ambtenaar Karel Baarspul die wat ervaring had op treasury-gebied werd in z’n eentje met deze bankiersklus opgezadeld. Een zogenaamd treasury-statuut was er niet, een adequate functiescheiding werd niet ingevoerd en andere richtlijnen hoe bijvoorbeeld om te gaan met de inschakeling van banken, geldmakelaars en (andere) financiële adviseurs werden niet opgesteld. Sterker nog, op basis van de Verordening Financieel Beheer werd het bankieren met uitsluiting van iedere bemoeienis van anderen bij de treasurer – in casu ambtenaar Baarspul – gelegd.
Als loyale ambtenaar sloeg Baarspul vervolgens aan het bankieren; zwijgend, want hem was impliciet geheimhouding opgelegd. Tot juli 1999 gingen miljarden guldens aan opgenomen en verstrekte leningen door zijn handen. Honderden miljoenen guldens aan betaalde en ontvangen rente werden via hem geregistreerd. Vele miljoenen aan kosten van banken, geldmakelaars en financiële adviseurs werden via hem betaald en waarschijnlijk werden net zo vele miljoenen guldens door hem bespaard omdat hij af en toe zelf de transacties bedacht en uitvoerde.
De netto winsten die Baarspul behaalde in de jaren 1995 t/m 1998 waren niet mis en bedroegen in totaal tenminste ƒ 20,6 (€ 9,35) miljoen.
Toen sloeg in de zomer van 1999 het noodlot toe: Ceteco kon twee leningen van in totaal ƒ 47½ miljoen niet terugbetalen. Op dat ogenblik keerde het provinciebestuur zich tegen Baarspul. Met terugwerkende kracht werd de noodzaak van inschakeling van makelaars in twijfel getrokken, werd hem opeens onbevoegd paraferen en inhuren van adviseurs verweten en werd hij zelfs van oplichting beschuldigd. Zoals gebruikelijk in dit soort situaties deden alle betrokkenen een flinke stap terug, zodat Baarspul opeens alleen kwam te staan. Tot op de dag van vandaag – bijna 4 jaar na dato – is Baarspul nog steeds in procedures betrokken, waarin hij zich moet verweren tegen allerlei beschuldigingen.
Ik heb vanaf het eerste begin de affaire gevolgd uit beroepsmatige interesse in organisaties in paniek, in administratieve organisatie en in de behandeling van personeel. Ik heb mij daarbij direct verbaasd over de gang van zaken en over de kennelijk door de provincie geregisseerde berichtgeving in de pers, waardoor toen maar ook nu nog steeds gerept over verliezen die Baarspul veroorzaakt zou hebben.
Ik heb eens in wat provinciale jaarrekeningen en in andere financiële informatie zitten lezen en ben tot een geheel ander beeld gekomen. De door Baarspul opgebouwde solide leningenportefeuille loopt nog tot circa 2007. Hieronder heb ik een staatje opgenomen van de behaalde en nog te behalen bankierswinsten over de periode 1995 t/m 2006. Voor de jaren 2003 t/m 2006 heb ik een voorzichtige schatting van de dan te behalen winsten gemaakt. Ik heb mij daarbij gebaseerd op het gegeven dat Baarspul in 1998 en 1999 toekomstige, meerjarige, hoogrentende leningen heeft verstrekt, waar tegenover hij toen nog geen toekomstige leningen had opgenomen. Opzettelijk, omdat de rente wereldwijd een sterk dalende trend vertoonde en zo van een al maar grotere rentemarge (‘spread’) geprofiteerd zou kunnen worden.

Bankierswinsten over de periode 1995 t/m 2006
(in afgeronde miljoenen guldens)

1995 fl 1,00 2004** fl 4,00
1996 fl 5,40 2005** fl 2,00
1997 fl 6,80 2006** fl 2,00
1998* fl 7,40 sub-totaal fl 65,40
1999 fl 9,00 bij:winst op CGI*** fl 4,30
2000 fl 7,50 sub-totaal fl 69,70
2001 fl 7,30 af:verlies Ceteco**** fl 22,50
2002** fl 7,00

2003** fl 6,00 totale netto winst fl 47,20

* exclusief netto winst ad ƒ 6 miljoen op aandelentransacties
** aannames op basis van de lopende leningenportefeuille
*** winst op lening ad ƒ 90 miljoen aan CGI, de eigenaar van het provinciehuis
**** vordering ad ƒ 47½ miljoen is voor ƒ 25 miljoen verkocht aan de Deutsche Bank

U ziet dat de totale winst voorzichtig geschat zal uitkomen op een bedrag van € 20,4 (ƒ 47,2) miljoen. Baarspul heeft het dus bepaald niet slecht gedaan, lijkt mij. Natuurlijk zal hij als gedwongen solist in al die jaren bij die honderden beslissingen die hij moest nemen om de miljarden guldens in goede banen te leiden inschattingsfouten hebben gemaakt. Of bij tijd en wijle niet steeds onder druk de meest verstandige en accurate beslissingen hebben genomen. Bedenk daarbij dan wel dat de man met niemand over zijn werk kon en mocht praten en om die reden moest handelen naar bevind van zaken.
In een eigenlijk onmogelijke opdracht om in het geheim te gaan bankieren toch door hard en creatief werken een bedrag van € 20,4 (ƒ 47,2) miljoen weten te verdienen voor de gemeenschap. Hoe heet dat ook al weer? Ondank is ’s werelds loon?

J. Veeninga

Deel uw  ervaringen op ManagementSite

Wij zijn altijd op zoek naar ervaringen uit de praktijk, wat werkt wel, wat niet.

SCHRIJF MEE, word een pro!  >>

G.G.J. Rensen
De column van J. Veeninga slaat de plank volkomen mis! Of er wel of niet en hoeveel geld er is verdiend met het 'bankieren' doet niet ter zake bij de beoordeling of de activiteit wel of niet geoorloofd was en of de desbetreffende uitvoerende ambtenaar wel of niet terecht heeft gehandeld. Het gaat om drie andere vragen die van belang zijn. Ten eerste of binnen een democratisch bestel een dergelijke activiteit kan worden besloten en jaren in het geheim kan voortbestaan zonder het bevoegde controlerende orgaan - Provinciale Staten - hierin te kennen. Ten tweede of er sprake is van toepassing van gezonde bedrijfsvoeringsmaatstaven rond mandatering en interne verantwoording en controle, zodat een individuele ambtenaar niet alleen met verantwoordelijkheden wordt opgescheept waaraan allerlei integriteitsrisico's vastzitten, En ten derde of een provincie die publieke middelen beheert, met die publieke middelen mag gaan speculeren en zich als bank gedragen. Het antwoord op alle drie vragen is nee. Dat heeft er in de politieke discussie dan ook toegeleid dat dit soort activiteiten in het nieuwe 'treasury-beleid' is uitgebannen. De affaire heeft bovendien de kop gekost aan enkele leden van het College van GS en aan enkele topfunctionarissen die eindverantwoordelijk waren voor Baarspul's handelen. Of er wel of niet winst is gemaakt speelde in de overwegingen volstrekt geen rol. Democratische legitimiteit, integer handelen en goed management, kortom: goed bestuur, is waar het om gaat. En niet het geld!

Meer over Corporate governance