Babylonische rijkdommen

Als de Eagle en de Bulldog erin slagen om binnen afzienbare tijd Irak zodanig te stabiliseren dat investering verantwoord is, dan kan dat wel eens gaan leiden tot een Bull markt op relatief korte termijn.

Irak heeft een enorme achterstand wat betreft de meest basale voorzieningen, heeft waarschijnlijk de grootste oliereserve ter wereld (alhoewel Saoedi-Arabië dat bestrijdt) en … al haar installaties en primaire voorzieningen liggen in puin. De enige manier om Irak stabiel te houden is te zorgen dat het volk van Irak zo snel mogelijk eten, inkomsten en werk heeft. Dus een massa investering (oil for oil) in de olie industrie is een “must”. We spreken hier over investeringen welke op korte termijn tientallen miljarden dollars gaan kosten, en op middellange termijn wellicht richting een biljoen zullen gaan. Olie exploratie, exploitatie, raffinage, bulk chemie, fijn chemie, op- en overslag, luxe industrie en vooral ook waterzuiveringinstallaties. De betalingen zullen waarschijnlijk verricht worden vanuit joint venture constructies. Een constructie zoals indertijd in Saoedi-Arabië (Aramco) waarbij Amerikaanse partners hun investering terugverdienen uit een deel van de omzet en winst van geproduceerde en verkochte producten. Hierbij zullen de Amerikaanse investeerders langzaam uitfaseren, waarbij tenslotte slechts een klein deel van de aandelen van hen is, of helemaal niets meer. Er zijn vanzelfsprekend varianten mogelijk hierop, maar het ligt voor de hand dat de coalitie de honderden miljoenen dollars geïnvesteerd in de omverwerping van het regiem (of, zo u wilt, bevrijding van het Irakese volk) in Irak gecompenseerd willen zien in participaties en/of schadevergoeding.

De olie en gas sector (onshore), maar vooral de fijn en bulkchemie, liggen in West-Europa, qua investering in nieuwbouw, volledig op hun gat. Ook de Amerikaanse markt is verzadigd. We hebben inmiddels zoveel fabrieken gebouwd voor de vervaardiging van plastics en overige kunststoffen en kunstvezels dat ons achterland verzadigd is. Ingenieursbureaus en aanverwante branches leven nu van de kruimels van uitbreiding, onderhoud en vervanging. Dat is duidelijk zichtbaar aan de huidige omvang van de branche. In de jaren tachtig is de laatste echte hype geweest, een soort stuiptrekking in de ethyleenmarkt, waarna de markt geen langdurige investeringsperiodes meer heeft gekend. Enkele grote bureaus zijn omgevallen, sommige gefuseerd, en de overige hebben nog een fractie van het aantal mensen in dienst van vroegere tijden. Zeker 20,000 (persoonlijke schatting) arbeidsplaatsen zijn de afgelopen tien, vijftien jaar in Nederland verloren gegaan in de branche. De potentie voor afzet is verplaatst naar groei gebieden India, China en landen als Thailand en Indonesië. Landen waar het gemiddelde luxe niveau nog laag is, en de ethyleenmarkt nog welig kan tieren. Dit hield tegelijkertijd in dat meer gebruik kon worden gemaakt van lokale ingenieursbureaus in voornamelijk India, Japan en Korea. Vooral de Indiase en Koreaanse bureaus hebben goedkope maar tevens zeer bekwame, snellerende, ingenieurs in dienst. Ook de supply chain begint zich steeds beter te ontwikkelen in Azie, zowel kwalitatief als kwantitatief. In Japan is de prijs niet zozeer lager als in het westen, maar werkt men wel graag met “aangenomen werk”(lumpsum), hetgeen voor de klant prijsdrukkend is. Westerse bureaus zijn daar steeds huiveriger voor geworden, vanwege de risico’s. Tenslotte zijn natuurlijk de vertegenwoordigingen in de Aziatische landen veel dichter bij het epicentrum van de nieuwbouw dan de Europese of Amerikaanse vestigingen, die tijdszones terug of vooruit liggen, hetgeen communicatie en management bemoeilijkt.

Irak is dus de nieuwste, en wellicht laatste, parel in de kroon voor de Europese olie, gas en chemische markt / toeleveranciers. De ingenieursbureaus in Nederland zouden ook via Engelse en / of Amerikaanse zusterbedrijven werk binnen kunnen halen, of deelopdrachten scoren voor installatie onderdelen. Daarbij zal zeker een deel van de Nederlandse toeleveranciersmarkt worden aangesproken. Als het al niet zo is dat we rechtstreeks opdrachten gaan ontvangen, dan zullen we profiteren van het feit dat de orderportefeuilles elders gauw vol zitten, en we de projecten kunnen gaan scoren waar we anders geen kans op hadden gehad. Bovendien zijn er in Irak ook kansen voor de weg- en waterbouw, en daarin is Nederland een niche speler. De kapitalisatie van dergelijke projecten is groot, en de wereldkapitaalsstroom zal zeer duidelijk positief worden beïnvloed door de aanstaande grote investeringen in Irak. Het neveneffect zal kunnen zijn dat we in een Bull market slingerbeweging mee zullen gaan, en voor we het weten weer uit onze dreigende recessie situatie komen. Nu maar hopen dat de coalitie snel orde op zaken kan stellen in Irak.

Trouwens, Irak is ook aan aanwinst vanwege haar cultuurhistorische pracht en praal. Een van de wereldwonderen (hangende tuinen van Babylon) is straks weer open voor het publiek, en verscheidene Christelijke en Islamitische heiligdommen worden weer toegankelijk. Nu maar hopen dat de Irakezen zelf voldoende kunnen gaan profiteren van de rijkdommen van hun grond, en zich niet zullen laten verleiden tot zinloze en kansloze stammenoorlogen. En ... hopen dat de Rumsfelds onder de Amerikanen wat levertraan krijgen toegediend zodat al te ambitieuze kruistochten verder uitblijven.

Bovenstaande is vanzelfsprekend maar een persoonlijke filosofie; noem het wishful thinking. Maar voor intimi in de markt van olie en gas is het, binnen randvoorwaarden (relatieve stabiliteit Irak), niet zo ver van het mogelijke scenario van wat we straks zullen gaan zien. Ik hoop erop; voor de Iraki’s, de coalitie en de rest van de wereld.

Kom met uw praktijkervaringen op het terrein van managen en organiseren

Deel uw kennis, schrijf 3 columns of artikelen en ontvang een gratis pro-abonnement (twv €200)

Word een pro!

SCHRIJF MEE >>

Meer over Het spel om poen en prestige