De kunst van het wachten

Columns

Heeft de tijd ons of hebben we de tijd? Worden we geleefd door deadlines, agenda’s en andermans verwachtingen of leven we vanuit een essentie? Werken we tegen de tijd in of met de tijd mee? Wanneer moeten we versnellen? Het ijzer smeden als het heet is. Maar wanneer is het beter te vertragen? Het gras groeit niet harder door er aan te trekken. Weten we hoeveel tijd een bepaalde ontwikkeling werkelijk nodig heeft of sturen we liever op de illusie dat het gewoon sneller moet?

Nog moeilijker dan vertragen is wellicht wachten. Wanneer laten we een situatie op zijn beloop, geven we iets de tijd en wanneer grijpen we krachtig en niet mis te verstaan in? En staan wij überhaupt stil bij deze vragen, bij onze persoonlijke verhouding tot de tijd? Dit is de eerste column van een serie 'effectiever omgaan met de tijd'.

Laatst vertelde een klant dat een gedicht, dat ik hem stuurde met de titel “wachten” hem zo geholpen had. Soms bevind je je in een ontwikkelingsfase, waarin je weet en voelt dat het oude niet meer werkt, maar het nieuwe nog niet voorradig is. Dat is zeer ongemakkelijk, het uithouden met het niet weten. Het geforceerd zoeken naar oplossingen, naar grip krijgen is in zo’n situatie contraproductief. Het gaat meer om het open houden, het waarnemen, iets de tijd geven om te rijpen, om boven water te laten komen. In plaats van buitenaf te sturen, laten we iets van binnenuit ontstaan.

Wachten is als het ware ons voorbereiden op ontvangen, eigenlijk ons de dingen laten geven. Dat gaat tegen de neiging in om alles naar ons toe te halen. Wachten is ook niet opgeven. In het Hebreeuws is het woord wachten afgeleid van het woord snaar. Wachten is dan gespannen als een snaar uitzien naar. Zonder wachten is geen groei mogelijk. De winter laat ons bij uitstek de kwaliteit van wachten ervaren.

Mooier dan in onderstaand gedichtje van een mij helaas onbekende auteur kan ik het niet uitdrukken:

het geloof
wachtend in het hart van het zaadje
belooft een wonder van leven
dat het niet terstond bewijzen kan

Maar ja hoe doen we dat dan wachten in ons werk/leven, waarin alles snel af moet of opgelost. Eigenlijk creëren we ruimte door te wachten en in die ruimte kan het proces zijn werk doen. Bijvoorbeeld als we zeggen, ik slaap er nog eens een nachtje over. Of als we een stilte in een gesprek laten vallen. Of als we goedmoedig onze verwarring erkennen en uithouden totdat er meer klaarheid komt.
Het is geen passief wachten tot iets of iemand anders het voor ons geregeld heeft. Het is een actief wachten, betrokken, alert, waarbij we geworteld zijn in het hier en nu. Want als iets ons gegeven wordt, dan moeten we wel open staan. En als we niet klaar staan dan gaat het gewoon aan ons voorbij.
We denken vaak door harder te lopen en meer te doen, we meer voor elkaar krijgen. Het is vaak erg wennen aan het idee dat wachten een waardevolle bijdrage levert, in een vorm die wij niet besturen, maar die ons gegeven wordt. Wachten komt dan ook voort uit vertrouwen en verhoudt zich moeizaam met onze behoefte tot controle en beheersing, die eerder voortkomt uit angst. Is dat niet een uitdagende gedacht? Wachten als oefening in vertrouwen...

Deze column is een eerste in een serie “Effectiever omgaan met de tijd”.

Kom met uw praktijkervaringen op het terrein van managen en organiseren

Deel uw kennis, schrijf 3 columns of artikelen en ontvang een gratis pro-abonnement (twv €200)

Word een pro!

SCHRIJF MEE >>

Ronald van Gigch
Pro-lid
Mooie column, Margret,

Ik heb leren wachten met een zin die mij werd ingegeven.....

Laat alle controle los.

Deze zin komt altijd weer omhoog borrelen als ik van binnen ongeduldig word.
Gelukkig wel steeds minder....

De magie van het wachten is dat je uiteindelijk merkt dat je zelf niks hoeft te doen.
En als je dat begint te merken, groeit als van zelf je vertrouwen.
Margret van Paassen
Mooie bespiegeling Ronald!

Meer over Emotie management