Die geweldige trainers, coaches en acteurs

Eén keer eerder in de afgelopen 18 jaar op deze blog brak ik een lans voor  organisatie-trainers, -coaches en -acteurs. Maar nu voel ik weer de aandrang om deze beroepsgroepen te verdedigen. Ze redden zich overigens meestal zelf wel, want het zijn geen zeurpieten. Ze laten de grappen over hun vak gelaten en lachend over zich heen komen. Lachen mag, ook om jezelf. Japke Bouma, die ze flink belachelijk maakt in haar columns, is bijvoorbeeld vrij populair onder trainers, coaches en acteurs. 

En oh ja, ik behoor zelf tot deze beroepsgroepen. Ik zal het er voor de eerlijkheid even bijzeggen. Al 30 jaar. Waardoor ik minder objectief ben, maar wie is dat wel? Ik vind dat een van ons wel een keertje mag opkomen voor het mooie vak dat we hebben. Het is namelijk hip om net te doen alsof dit beroepsgroepen zijn die maar wat lopen te lanterfanteren.  

Velen van ons hebben gebroken met een vaste baan, een 9-tot-5-patroon, pensioenzekerheid, omdat ze meer wilden dan dit. Omdat het een vrij beroep is, loopt er van alles op de L&D-markt. Maar dat is niet uniek. Waar je ook komt, op welke markt ook, altijd zijn er verschillen in kwaliteit. En dat leidt ertoe dat je ook allerlei betweters, zelfbenoemde goeroes en pseudo-vaders en -moeders onder trainers, coaches en acteurs rondlopen.  En ja, dat kan knap irritant zijn.

Maar goed, er is meer. De karikaturen die momenteel van trainers en coaches worden gemaakt in cabaret en columns, doen denken aan de dr Rossi-karikatuur, die ‘Gooise Vrouwen' ooit maakte van psychologen. De meeste trainers zijn namelijk geen mensen die steeds maar zalvend roepen dat je ‘in je kracht’ moet gaan staan, al wordt dit wel zo voorgesteld.

Zeker, ze komen voor, die arrogante betuttelaars, maar echt veruit de meesten werken in omstandigheden, die dat onmogelijk maken. Trainer, coach of acteur zijn is hard werken en altijd datgene aanpakken, waar managers vastlopen of geen tijd voor hebben. Oog in oog met de soms weerspannige, soms leergierige medewerkers.

Want wie gaat er  in zee met weerstanden die mensen hebben tegen belangrijke beleidsbeslissingen? Wie hoort wat medewerkers echt vinden van hun managers, directies en organisatie, zodat eindelijk een echt gesprek kan plaatsvinden? Wie zorgt er voor het ‘omdenken’ in de praktijk van alledag?  Juist,de trainers en de coaches, bijgestaan door de acteurs.

Vandaag sprak ik een manager, die met zijn team op de hei was. Zijn directeur had gezegd dat ze eerst maar eens moesten kijken wat ze zelf konden. Daar hoefde niet gelijk een trainer of coach bij. Het wachten is op de dag (ik heb het vaak meegemaakt) dat ze ons bellen, omdat er ineens weerstand blijkt te zijn in het 'kluppie'. Logisch. Ga jij alles zeggen als je manager er bij is die je vervolgens afrekent op de dingen die je zegt? Sociaal gewenst gedrag, dat krijg je ervan. 

Trainers, coaches en acteurs (en nog eens: ik spreek uit ervaring) zorgen erg vaak dat belangrijke beleidsbeslissingen vertaald worden naar de mensen (en dat is nodig, neem dat maar van mij aan). De kans vergroot daardoor dat ze ècht uitgevoerd gaat worden door medewerkers. Meestal moeten daar allerlei hindernissen voor worden genomen. In trainingen.

Trainers verdienen daar echt niet zoveel mee als mensen wel eens denken. Dagdeeltarieven van grote bureaus voor deze beroepsgroepen worden al jaren gedrukt; reiskosten worden gewoon niet vergoed. Bij bijeenkomsten om bijvoorbeeld acteurs te recruteren wordt verwacht dat ze in Groningen gaan werken, als ze in Nijmegen wonen, zonder tegemoetkoming in de reiskosten. Bij vragen worden ze toegesproken alsof ze kleuters zijn.

Het punt is dat trainers, coaches en acteurs na verloop van tijd weer verdwijnen, en dan kunnen sommige leidinggevenden bij hun bonusbesprekingen zeggen dat zij zelf ‘de boel hebben aangepakt’. Het aandeel van de externen wordt daarbij voor het gemak vergeten en in elk geval niet benoemd. Tenzij er iets is misgegaan. Dan kan je altijd de trainers de schuld geven. Ze zijn er toch niet meer.

Ik weet het: ook dit is een karikatuur, en zal niet steeds en overal plaatsvinden. Ik hoor in ieder geval veel tevredenheid terug van deelnemers en opdrachtgevers (en ik hoor dat ook van collega's).

Je kan van alles een karikatuur maken, zelfs van een columnist die veilig achter de computer beroepsgroepen gaat zitten pesten. Maar wat is de zin ervan? Daarom verdedig ik mijn eigen beroep hier. Dus, voor de tweede keer in 18 jaar, breek ik een lans voor die geweldige toegewijde trainers en coaches, die oprecht bezig zijn om organisaties, teams en individuen te helpen om zowel de prestatie als de beleving te verbeteren. En geloof me, dat is nodig in organisaties. Echt. Die laten hun mensen absoluut niet altijd ‘in hun kracht’ staan. Gelukkig zijn er dan de ‘trajecten’ van trainers en coaches. Ondersteund door die heerlijke acteurs.

Je moet zelf weten wat je doet. Ons wel inhuren of niet. It is all up to you. Maar als je denkt dat we maar een beetje gebakken lucht verkopen, dan moet je toch eens naar jezelf kijken, of je niet aan zelfprojectie doet. Wij blijven ondertussen hard werken en helpen. Ondanks de karikaturen.

Bert Overbeek is een ervaren trainer. In dit artikel bundelt hij een aantal ervaringen, die hij van managers, columnisten en collega's heeft gehoord. Hij noemt bewust geen namen, omdat hij niemand in de problemen wil brengen. De beschreven beelden komen echter echt voor. De woorden 'in hun kracht staan' en 'trajecten' zijn cliché's, terecht aan de orde gesteld door Japke Bouma. 

Kom met uw praktijkervaringen op het terrein van managen en organiseren

Deel uw kennis, schrijf 3 columns of artikelen en ontvang een gratis pro-abonnement (twv €200)

Word een pro!

SCHRIJF MEE >>