De rol van de ontvanger in stadslogistiek wordt in beleid vaak onderschat, terwijl juist aan de vraagzijde de grootste kansen liggen om logistieke stromen te verminderen, te bundelen en te verduurzamen. Een transportbeweging ontstaat immers niet bij de vervoerder, maar bij de ontvanger. Bestelgedrag, gewenste leverfrequenties, tijdvensters en retourstromen bepalen hoeveel ritten worden uitgevoerd en met welke voertuigen. Zonder aanpassingen in deze vraagkant blijven optimalisaties door vervoerders of hubs beperkt in effect.
In veel sectoren – zoals horeca, bouw, retail en kantoren – is het bestelgedrag gefragmenteerd en weinig efficiënt. Bedrijven bestellen vaak kleine hoeveelheden, op onvoorspelbare momenten, en zonder afstemming met andere leveranciers of buren. Daardoor komen dagelijks tientallen afzonderlijke leveringen binnen bij locaties die nauwelijks zijn ingericht op logistiek. Dit leidt tot extra verkeersdruk, veelvuldig laden en lossen in smalle straten en onnodige uitstoot. Hier ligt een direct beïnvloedbare sleutel voor beleidsmakers: het stimuleren van efficiënter bestelgedrag en het faciliteren van samenwerking tussen ontvangers.
Bundeling en het gebruik van stadshubs of leveranciersconsolidatie kunnen alleen slagen als ontvangers bereid zijn hun levercondities aan te passen. Internationale voorbeelden laten zien dat succesvolle stadslogistieke innovaties altijd worden gedragen door ontvangers die één levermoment accepteren, afspraken maken met leveranciers over consolidatie of binnen verzamelgebouwen gezamenlijk logistiek organiseren. De ontvanger is daarmee de cruciale schakel in het realiseren van minder ritten en een hogere bezettingsgraad van voertuigen.
Daarnaast bepalen ontvangers in belangrijke mate het ruimtegebruik op straat. Veel logistieke hinder ontstaat doordat losplekken ontbreken, interne processen niet zijn ingericht op levering, of voertuigen moeten wachten omdat personeel niet voorbereid is. Door betere organisatie van ontvangst, duidelijke loslocaties en interne logistieke processen kunnen ontvangers de verblijftijd van voertuigen aanzienlijk verkorten. Dit draagt direct bij aan verkeersveiligheid en leefbaarheid in dichtbevolkte stedelijke gebieden.
Met de invoering van zero-emissiezones neemt de rol van de ontvanger verder toe. Zero-emissievoertuigen hebben andere operationele randvoorwaarden, zoals kortere actieradius en beperktere flexibiliteit. Dit vraagt om beter vooruit plannen door ontvangers, herziening van contracten en afspraken met leveranciers, en een grotere bereidheid om leveringen te bundelen. Beleidsdoelen zijn alleen haalbaar wanneer ontvangers actief worden betrokken in de transitie en ondersteuning krijgen bij het aanpassen van hun processen.
Tot slot speelt de ontvanger een steeds grotere rol in circulaire stadsstromen, zoals retourlogistiek, afvalscheiding, hergebruik en refurbish. Door retourstromen te organiseren en digitaal te koppelen aan leveringen ontstaat een efficiëntere en schonere logistieke keten.
Voor een effectief stadslogistiek beleid is het daarom noodzakelijk om ontvangers structureel te betrekken bij de beleidsontwikkeling, pilots en data-uitwisseling. Alleen door vraag en aanbod integraal te organiseren kunnen steden de stap maken naar een leefbare, duurzame en toekomstbestendige logistiek.
Walther Ploos van Amstel.
Deel uw ervaringen op ManagementSite
Wij zijn altijd op zoek naar ervaringen uit de praktijk, wat werkt wel, wat niet.
SCHRIJF MEE >>
Als u 3 of meer artikelen per jaar schrijft, ontvangt u een gratis pro-abonnement twv €200,--