Leven lang ontwikkelen wordt al decennialang gepresenteerd als een sleutel voor een goed functionerende arbeidsmarkt. In een economie die wordt gevormd door vergrijzing, digitalisering en de klimaattransitie, zou het vanzelfsprekend moeten zijn dat mensen zich gedurende hun loopbaan blijven ontwikkelen. Toch blijkt die belofte hardnekkig moeilijk waar te maken. Dat concludeert een recent rapport, opgesteld door meerdere onderzoeksbureaus voor het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.
Het huidige LLO-stelsel benut zijn potentieel onvoldoende. Het draagt te weinig bij aan arbeidsproductiviteit, het verminderen van personeelstekorten en het bevorderen van brede welvaart. Een belangrijke oorzaak is het ontbreken van een volwassen leercultuur, vooral in het mkb. In veel organisaties is leren nog geen vast onderdeel van het werk, maar iets dat ‘erbij komt’ als tijd en budget het toelaten. Tegelijk is het aanbod voor volwassenen die hun vaardigheden willen bijspijkeren versnipperd en vaak onvoldoende gericht op de competenties die nodig zijn voor grote maatschappelijke transities.
Dat dit geen nieuw inzicht is, maakt de conclusie des te pijnlijker. Al eind jaren negentig wees toenmalig minister Jo Ritzen op het economische belang van doorlopende scholing. Sindsdien volgden tal van plannen, akkoorden en stimuleringsregelingen. Toch is het patroon telkens hetzelfde: tijdelijke impulsen zonder structurele verankering. Het inmiddels afgeschafte STAP-budget is daar een recent voorbeeld van. De versnippering in beleid – verdeeld over meerdere ministeries en tijdelijke programma’s – vergroot de onzekerheid voor onderwijsinstellingen en werkgevers, en remt duurzame investeringen.
Het rapport onderstreept dat er geen simpele oplossing bestaat. Wie leven lang ontwikkelen echt wil laten werken, moet aan meerdere knoppen tegelijk draaien. Een belangrijke aanbeveling is om te kiezen voor een stapsgewijze aanpak, waarin een wettelijke taak voor publieke onderwijsinstellingen een noodzakelijke randvoorwaarde vormt, maar geen wondermiddel. Die wettelijke zorgplicht moet instellingen ertoe verplichten om samen met werkgevers en regionale partners structureel de scholingsvraag te organiseren. Niet vanuit regie, maar vanuit aanwezigheid en samenwerking in de arbeidsmarktinfrastructuur.
Daarnaast is meer flexibiliteit en maatwerk nodig. Modulaire trajecten, de derde leerweg in het mbo en microcredentials in het hbo en wo maken het mogelijk leren beter te laten aansluiten op het leven van werkenden. Dat vraagt om samenwerking tussen publieke en private aanbieders, gebaseerd op complementariteit in plaats van concurrentie.
Cruciaal is ook voorspelbare financiering aan de vraagzijde. Tijdelijke subsidies leiden tot korte adem. Instrumenten als leerrechten of individuele ontwikkelrekeningen kunnen bijdragen aan structurele deelname en een blijvende leercultuur. Maar uiteindelijk is cultuur doorslaggevend. Leven lang ontwikkelen werkt pas echt als leren vanzelfsprekend wordt in loopbanen, organisaties en regio’s.
Zonder samenhang tussen governance, flexibiliteit, financiering en cultuur blijft LLO een goed idee met te weinig effect. Alleen door die elementen tegelijk te versterken, ontstaat een stelsel dat mensen én economie duurzaam vooruithelpt.
Walther Ploos van Amstel.
Deel uw ervaringen op ManagementSite
Wij zijn altijd op zoek naar ervaringen uit de praktijk, wat werkt wel, wat niet.
SCHRIJF MEE >>
Als u 3 of meer artikelen per jaar schrijft, ontvangt u een gratis pro-abonnement twv €200,--