Opleiding: Cursus Wet vereenvoudiging en modernisering bewijsrecht
Alle aspecten van de nieuwe wet en pas deze na afloop toe in de (proces-)praktijk
Inhoud
De volgende onderwerpen komen aan bod:
Doel en middelen, actuele stand van zaken, inwerkingtreding en overgangsrecht
Bewijsverrichtingen voorafgaande aan de procedure
Modernisering bewijsverrichtingen tijdens de procedure
Op hoofdlijnen: conservatoir bewijsbeslag in niet IE-zaken en het proces-verbaal van constatering.
Nieuwe kijk op art. 21 en 24 Rv evenwel zonder wezenlijke wetswijziging.
De nieuwe wet
De Wet vereenvoudiging en modernisering bewijsrecht, die op 1 januari 2025 in werking is getreden, brengt belangrijke wijzigingen in civiele procedures. Het bewijsrecht wordt vereenvoudigd en verduidelijkt. Het biedt partijen meer mogelijkheden om vooraf en tijdens een procedure essentiële informatie te verkrijgen over een geschil.
Daarnaast schept deze nieuwe wet ook duidelijkheid over de rol van de rechter tijdens zittingen, zodat feiten beter besproken en begrepen worden. Hoewel de verdeling van de bewijslast ongewijzigd blijft, introduceert de wet nieuwe regels voor het verkrijgen van bewijs, zoals inzagerecht en bewijsbeslag, en moderniseert het de procedure voor digitale bewijsmiddelen.
In deze cursus wordt aandacht besteed aan alle genoemde aspecten en gevolgen van deze wet voor het bewijsrecht in civiele procedures (zie ook programma). Na afloop van de cursus pas je de opgedane kennis in jouw (proces)praktijk toe.
Wat is de doelgroep?
Deze cursus is interessant voor advocaten en juristen die regelmatig met civiele procedures en het bewijsrecht te maken hebben.
Wat is de cursusvorm?
De cursus bestaat uit een fysieke bijeenkomst va
Datum: 14 november 2025 13:30-16:45
