We prijzen loyaliteit vaak als een deugd. Trouw aan je organisatie, je team, je leidinggevende. Maar achter die lofzang schuilt een schaduwkant. Loyaliteit is niet altijd krachtig. Vaak is ze de reden dat leiders te lang blijven geven, te weinig zeggen of zichzelf verliezen in wat hoort. Dan is loyaliteit geen kracht meer, maar een keurslijf.
Vrij Leiderschap vraagt iets anders: bewustzijn. Zien waar loyaliteit nog klopt, en waar ze een oud verhaal dient.
De eerste loyaliteit
Loyaliteit is ouder dan werk. Ze gaat veel verder terug, naar het begin van je leven. Je eerste loyaliteit is die aan je ouders. Als kind ben je onvoorwaardelijk trouw aan hen, ongeacht hoe ze er waren: warm, afwezig, veilig of veeleisend. Je voelt feilloos aan wat er nodig is om erbij te horen: stil zijn, presteren, zorgen, lachen, aanpassen.
Die kinderlijke loyaliteit is puur en krachtig. Ze is nodig geweest om te overleven en houdt het gezin bij elkaar. Maar wat ooit hielp om verbinding te behouden, blijft onbewust actief.
Je neemt die dynamiek mee het werk in. Je wordt loyaal aan leidinggevenden, teams of organisaties op dezelfde manier als je ooit loyaal was aan je ouders: door te geven, te beschermen, te vermijden of te zwijgen, vanuit een oud patroon. Wie dat niet herkent, leeft zijn werkrelaties vanuit kinderlijke reflexen in plaats van volwassen keuzes.
De schaduwkant van loyaliteit
In organisaties klinkt loyaliteit als iets moois: “Hij is zo toegewijd.” “Zij gaat altijd voor het team.” Maar kijk iets dieper, en je ziet de prijs.
De medewerker die nooit ‘nee’ zegt.
De manager die alles opvangt.
De bestuurder die bovenmenselijk sterk wil zijn.Het is allemaal loyaal, maar niet vrij. Loyaliteit kan verworden tot aanpassing, tot vermijding van conflict, tot een subtiele vorm van afhankelijkheid. Want achter het ‘wij-gevoel’ schuilt vaak angst: de angst om er niet meer bij te horen als je een grens trekt of iets wezenlijks benoemt.
Dan ben je niet meer trouw aan de bedoeling, maar aan de verwachting.
Trouw aan de bedoeling betekent: afgestemd zijn op wat klopt. Op de essentie van het werk of de relatie, op wat waar is.
Vrijheid begint waar loyaliteit overgaat in keuze.
Niet langer trouw zijn om erbij te horen, maar omdat het klopt.
De overgang naar volwassen trouw
Volwassen leiderschap begint waar kinderlijke loyaliteit eindigt. Dat moment waarop je niet langer trouw bent om erbij te horen, maar kiest omdat het klopt.
Die overgang is niet rationeel, maar existentieel. Ze vraagt dat je iets ouds durft los te laten. De stille hoop dat iemand anders bepaalt of je goed genoeg bent.
Je laat subtiel je ouders vallen, niet uit afwijzing, maar omdat je de plek van volwassenheid inneemt. Je gaat op je eigen benen staan, zonder de oude zekerheid van ouderlijke goedkeuring. Dat is spannend, want de plek waarop je terechtkomt, ken je nog niet. Daar is geen automatische bevestiging, geen garantie, alleen jouw eigen kompas.
Toch is dat de beweging die vrijheid brengt. Je hoeft je niet meer af te zetten tegen het oude; je kunt het eren en achterlaten. Pas dan ontstaat volwassen trouw aan de waarheid van het moment.
Een voorbeeld uit de praktijk
Een manager in een zorgorganisatie kwam met een probleem dat ze zelf ‘praktisch’ noemde: ze kon geen nee zeggen.
“Ik voel me verantwoordelijk voor iedereen,” zei ze.Tijdens het traject ontdekte ze dat dit niets te maken had met planning of werkdruk, maar met een diep oud patroon: de reflex om alles te dragen, net als vroeger thuis.
Toen ze dit niet alleen begreep, maar voelde hoe haar lichaam aanspande zodra iemand haar iets vroeg, veranderde er iets fundamenteels. Ze oefende met stoppen, ademen, voelen wat van haar was en wat niet. Ze sprak haar grenzen uit, niet hard, maar helder:
“Ik hoor je. En ik neem dit niet over.”
Wat er toen gebeurde was opmerkelijk: haar team ging niet achteruit, maar juist vooruit.
Mensen namen verantwoordelijkheid. De sfeer werd opener. Wat eerst leek op loslaten, bleek leidinggeven vanuit volwassen trouw.
Loyaliteit aan het systeem
In elke organisatie leeft een web van loyaliteiten:
aan een oprichter, een vroegere leidinggevende, een missie, een manier van werken. Dat web houdt structuur én spanning in stand.
Wanneer je als leider verandering wilt brengen, bots je op die onzichtbare bindingen. Mensen zeggen “ja”, maar handelen “nee”, niet uit onwil, maar uit trouw aan iets ouds. Weerstand is vaak niets anders dan loyaliteit in vermomming.
De vraag wordt dan niet: Hoe krijg ik ze mee?
Maar: Aan wie of wat zijn we hier nog trouw? En dient dat nog wat we nu willen bouwen?
Drie vragen voor leiders
- Aan wie of wat ben jij nog loyaal, terwijl het je klein houdt?
-Een oude baas, een overtuiging, een systeem waarin je ooit zekerheid vond?- Wat zou er gebeuren als je die loyaliteit loslaat?
-Wat verlies je dan, en wat win je aan vrijheid en volwassenheid?- Wat vraagt volwassen trouw van jou, in deze fase, op deze plek?
-Niet: wat wil men van mij? Maar: wat klopt werkelijk voor mij én het geheel?
De kracht van loslaten
Loyaliteit loslaten betekent niet dat je ondankbaar bent. Het betekent dat je verantwoordelijkheid neemt voor je eigen plek. Je eert waar je vandaan komt, maar je laat je er niet meer door leiden. Je hoeft niet langer loyaal te zijn om erbij te horen. Je bént erbij, juist omdat je trouw bent aan wat klopt.
Vrij Leiderschap is precies dat: je verbinden vanuit vrijheid, in plaats van vanuit gewoonte. Loslaten wat niet meer draagt, zodat je kunt bijdragen aan wat werkelijk nodig is.
Deel uw ervaringen op ManagementSite
Wij zijn altijd op zoek naar ervaringen uit de praktijk, wat werkt wel, wat niet.
SCHRIJF MEE >>
Als u 3 of meer artikelen per jaar schrijft, ontvangt u een gratis pro-abonnement twv €200,--