In 2020 stelde het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW) de strategie ‘Naar Klimaatneutrale en Circulaire Infraprojecten’ (KCI) vast. De ambitie: Rijksinfraprojecten in 2030 volledig klimaatneutraal en circulair. Inmiddels is de tussentijdse beleidsevaluatie gepubliceerd. Wat blijkt? De transitie is op gang, maar de volledige ambitie voor 2030 is (nog) buiten bereik. Toch liggen Rijkswaterstaat (RWS) en ProRail op koers, mits de ingezette lijn wordt doorgezet en de implementatie verbreed wordt.
40% CO₂-reductie haalbaar, mits maximale inspanning
Volgens berekeningen van CE Delft is met maximale inspanning op de vijf KCI-transitiepaden (wegverharding, kunstwerken, spoor, kustlijnzorg & vaargeulonderhoud, en inframaterieel) in 2030 een CO₂-reductie van circa 40% haalbaar. De resterende uitstoot, vooral in scope 3 (de keten), is moeilijk te beïnvloeden door RWS en ProRail, omdat deze afhankelijk is van mondiale industrieën als staal- en cementproductie. Toch zijn er ook successen: maatregelen uit het verwante SEB-programma leiden in 2030 tot een stikstofreductie van 33-56% en fijnstofreductie van 53-73%.
KCI verankerd in beleid en uitvoering
KCI is inmiddels stevig verankerd in de opdrachtverlening vanuit IenW aan RWS en ProRail. RWS heeft KCI opgenomen in reguliere processen; bij ProRail is het onderdeel van de jaarplannen en instandhoudingsopdrachten. De implementatie vraagt echter nog om verdere borging in de lijnorganisaties. Het risico bestaat dat de opgebouwde kennis verwatert als de programmatische aansturing te vroeg wordt losgelaten.
Markt en overheden in beweging
De markt reageert actief op de aangescherpte aanbestedingscriteria, mede dankzij duidelijke roadmaps. Vooruitlopende bedrijven investeren in duurzame oplossingen. Provincies en waterschappen implementeren KCI-strategieën, maar bij gemeenten is het beeld versnipperd. Er zijn geen landelijke afspraken via de VNG, wat leidt tot gebrek aan richting. De afstand tot rijksdoelen is groot, en capaciteit en middelen bij kleine gemeenten ontbreken vaak.
De huidige kosten per vermeden ton CO₂ liggen boven de €100, maar dat is logisch in een vroege transitie, zegt het ministerie. Naarmate technieken bewezen effectief blijken en worden opgeschaald, kunnen de kosten dalen. Veel ‘laaghangend fruit’ is al in de standaardpraktijk opgenomen.
Aanbevelingen: opschalen, standaardiseren en randvoorwaarden verbeteren
De evaluatie doet aanbevelingen:
-
Voorspelbaarheid vergroten: Werk per transitiepad uitvoeringsagenda’s uit, inclusief fasering tot en na 2030.
-
Kennis bundelen: Vermijd versnippering, stop met minder effectieve aanpakken, en schaal kansrijke methoden op.
-
Slimmer aanbesteden: Richt samenwerking met medeoverheden op concrete uitvoering van roadmaps, inclusief ingroeipaden en gestandaardiseerde inkoopinstrumenten.
-
Bundel vervangingsopgaven: Vooral bij kunstwerken is het bundelen van projecten in portfolio-aanpakken kansrijk voor schaalvoordelen.
-
Randvoorwaarden optimaliseren: Denk aan netcapaciteit, beschikbaarheid van duurzame brandstoffen en het wegnemen van belemmerende regelgeving rond hergebruik.
Conclusie
De KCI-strategie is op koers, maar er is geen ruimte voor verslapping. De samenwerking tussen RWS, ProRail, medeoverheden en marktpartijen begint vruchten af te werpen. De ambitie voor 2030 is nog ver weg, maar met doorgaan, opschalen en gericht ondersteunen kan de infrastructuursector een aanjager blijven van de transitie naar een circulaire en klimaatneutrale economie.
Bron: Ministerie I&W
Deel uw ervaringen op ManagementSite
Wij zijn altijd op zoek naar ervaringen uit de praktijk, wat werkt wel, wat niet.
SCHRIJF MEE >>
Als u 3 of meer artikelen per jaar schrijft, ontvangt u een gratis pro-abonnement twv €200,--