ENRON-itis in de polder

Het schandaal rond de Amerikaanse energieonderneming ENRON heeft in diverse artikelen de vraag opgeroepen of zoiets ook mogelijk zou zijn in Nederland. Het bevestigende antwoord gaat in de meeste gevallen tot nog toe vergezeld van de nodige mits-en en maar-en.
Uit mijn eigen ervaringen met financiële instellingen en op grond van mijn voormalige werk als treasurer op de afdeling financiën van de provincie Zuid-Holland, kan ik op de gestelde vraag slechts één antwoord geven: ja, zonder voorbehoud! Ook in ons land wordt de financiële positie van banken en andere ondernemingen opzettelijk foutief geschetst en steeds met medeweten, instemming, advies en daaropvolgend daadwerkelijke hulp van de externe accountant. Zo was (en ongetwijfeld is) het op het einde van ieder kwartaal op de geld- en kapitaalmarkt een drukte van belang. Banken en andere instellingen verruilen dan op grote schaal risicovoller – en dus hoger renderend – waardepapier voor veilig klinkender – en dus minder renderende – tegenpartijen. Een paar dagen na het begin van het nieuwe kwartaal wordt weer teruggeruild. En zo kunnen ze naar buiten toe in de kwartaalcijfers pronken met mooie hoge rendementen in combinatie met veilige en solide debiteuren.
Bekijkt u eens aan het begin van een jaar de portefeuille van een willekeurige beleggings-instelling per 31 december. Als u daarop een hoog rendement ziet en als u zich dan verbaasd afvraagt hoe dat mogelijk is met zo’n portefeuille, help ik u uit de droom. Dat kan ook niet met dìè portefeuille, maar zonder dat u het wist werd tussendoor belegd in veel risicovollere producten! Misschien wel in aandelen ENRON.

Lijden overheden in Nederland ook aan ENRON-itis?

Jazeker en fors! Eind 1995 kreeg ik van het provinciebestuur de opdracht om in het grootste geheim te gaan bankieren. Toen in het najaar van 1996 de leningenportefeuille was gegroeid tot € 500 miljoen, kreeg ik op 30 oktober twee opeenvolgende telefoontjes van het Ministerie van Financiën. Het bankieren vonden ze dubieus en dat zou minister Zalm binnenkort zeker bespreken in de ministerraad. Maar - veel erger - wist ik wel dat de provincie met het bankieren het voldoen aan de eisen om toe te treden tot de EMU (en daarmee tot de euro) in groot gevaar bracht? Immers, volgens het Stabiliteitspact mocht de bruto schuld van alle overheden in Nederland (de totale staatsschuld dus) niet hoger zijn dan 60% van het bruto nationaal product (later werd het nationaal inkomen). En Zuid-Holland had nu die schuld schrikbarend omhoog gejaagd! ‘Hoe hoog de provinciale bruto schuld vóór 20 december en na 10 januari is, interesseert ons niet’, aldus het ministerie. ‘Maar zorg dat dit jaar en de komende jaren in de periode tussen die data de schuld zo laag mogelijk wordt gehouden!’
En dus knipte ik in opdracht van de Nederlandse Staat opgewekt jarenlang steeds waar mogelijk drie weken uit de leningenportefeuille en daarmee werd de provincie Zuid-Holland de redder van de ENRON, pardon de EURO. Kunstmatig laag houden van de nationale schuld, net zoals Italië, België en Frankrijk dat destijds, tot verontwaardiging van minister Zalm, deden. En een getrouw beeld van de financiële positie van de provincie en van het rijk was het niet. Het kan niet anders dan dat ook de accountants van de provincie dit knippen hebben opgemerkt. Overigens heeft het ministerie van Financiën in het openbaar ontkend dat zij ooit met mij c.q. met de provincie contact over dit onderwerp zou hebben opgenomen. Maar ex-minister Peper van Binnenlandse Zaken heeft in september 1999 een brief geschreven aan de vaste kamercommissie. Daarin bevestigt Peper nadrukkelijk dat Financiën wel degelijk met mij c.q. met de provincie heeft gebeld om de schuld per de jaar-ultimo terug te brengen, dit in verband met de hoogte van de EMU-schuld (zie blz. 27 en 31 van de brief, te vinden op www.nrc.nl/w2/lab/zuid-holland/peper).

Nog een voorbeeld en weer bij Zuid-Holland
Begin januari 1999 meldde de directie van Ceteco aan het hoofd financiën van de provincie dat terugbetaling van een lening er voorlopig niet inzat. Wel zou de rente normaal worden voldaan. Toen de externe huisaccountant Ernst & Young een paar weken later aan hem vroeg of hij nog wat op te merken had in het kader van de risicoparagraaf in de jaarrekening 1998, heeft het hoofd financiën niets over Ceteco gezegd. De reden? Waarschijnlijk voelde hij zich, net als ik, klemgezet tussen zijn werk enerzijds en zijn zwijgplicht over het bankieren anderzijds. Het kan ook zijn dat hij het risico als verwaarloosbaar inschatte. Achteraf – toen de affaire begin juli 1999 een feit was – zeiden medewerkers van Ernst & Young mij dat ze ‘God op hun blote knietjes dankten’ dat ze er niets van geweten hadden. ‘Als het ons wel gemeld was, weten we niet of we die melding toen wel in de risicoparagraaf hadden opgenomen.’
Buitengewoon frappant en schokkend is vervolgens een rapport van de curatoren van Ceteco waarin o.a. Ceteco en de ING beschuldigd worden van het feit dat zij opzettelijk de jaarcijfers van Ceteco hadden opgepoetst, waardoor ook Zuid-Holland op het verkeerde been is gezet. ENRON-achtige praktijken, zoals een artikel in FEM van 6 april 2002 beschreef.

Nog een voorbeeld tot slot. Volgens het reguliere financiële systeem bij de provincie Zuid-Holland werden de rentelasten en –baten van het bankieren aanvankelijk zo geboekt dat niemand bij de winst kon zonder begrotingswijziging. Financiële beleidsmedewerkers bedachten toen een boekhoud-truc waardoor dit wel mogelijk werd. De truc was alleen zichtbaar en begrijpelijk voor echte insiders, omdat het geheime bankieren en uiteindelijk de netto winst verstopt waren binnen de indirecte kosten. Ernst & Young vond het een prima idee, net als Gedeputeerde Staten en het ministerie van Binnenlandse Zaken. En zo kon een groot gedeelte van de bankierswinst tussentijds worden uitgegeven aan van alles en nog wat. ‘Er in alle vrolijkheid doorheen gefeest’, zoals de journalist Micha Kat hierover schreef. Provinciale Staten zegenden aan het einde van het jaar alles af door de jaarrekening goed te keuren .

Ook hier geldt de vergelijking met de ENRON-affaire: tot in de hoogste politieke geledingen is er actieve betrokkenheid bij boekhoudkundig gerommel.
Maar ik had en heb veel contacten met andere overheden en op grond daarvan kan ik de provincie Zuid-Holland geruststellen: zij is niet de enige waar ‘the books are or were cooked’. ENRON-itis blijkt ook in overheidsland een besmettelijke ziekte te zijn waarvan tot grote ironie de veronderstelde doktoren – de accountants – het virus bij zich dragen.

Is een medicijn voorhanden?

Natuurlijk is er een fundamenteel verschil tussen bedrijven en overheden. Bedrijven kunnen aan de ENRON-itis overlijden, waardoor personeel werkeloos wordt en aandeelhouders hun vermogen verliezen. Overheden daarentegen sterven er niet aan. Faillissement is immers ondenkbaar. Hooguit ontstaat er een schandaal, waardoor bestuurders moeten aftreden. Meestal is de schade voor hen van tijdelijke aard, want in de bestuurlijke stoelendans die dan volgt vinden zij spoedig elders weer een soortgelijk plekje.
ENRON-affaires zijn in mijn optiek nooit geheel te voorkomen. Tegen samenspanning van management, raad van bestuur, raad van commissarissen en de accountant kunnen noch de aandeelhouders noch andere belanghebbenden veel beginnen. Hetzelfde geldt bij een overheid, waarbij in de Ceteco-affaire in Zuid-Holland zelfs de provinciale volksvertegen-woordiging in het complot zat.
Zowel in het bedrijfsleven als bij de overheid zijn er altijd creatieve geesten die op zoek zijn naar de grenzen van wat wel en wat niet kan. Prima. Niets mis mee; integendeel zelfs! Zij zijn degenen die hun organisatie tot bloei kunnen brengen en die het ver kunnen schoppen in de maatschappij. Maar zij zijn het die, ook in het belang van hun organisatie, tegen zichzelf beschermd moeten worden. Er daar ligt een belangrijke taak voor de accountant die op zijn beurt ook tegen zichzelf in bescherming moet worden genomen om niet in het enthousiasme te worden meegesleurd. Dat betekent inderdaad bij die accountant een strikte scheiding van advies en controle, vastgelegd bij wet en in de gedragsregels van deze beroepsgroep. Een andere goede regel zou zijn om de accountants iedere 3 of 4 jaar te laten rouleren. Dat voorkomt te nauwe banden met de cliënt en geeft de nieuwe accountant de mogelijkheid de boeken van z’n voorganger te bekijken.
Daarnaast moeten in het bedrijfsleven de leden van de raad van commissarissen en bij de overheid de leden van de gemeenteraad en provinciale staten beseffen dat er voor hen werk aan de winkel is. Het zijn geen erebaantjes om in te worden benoemd of gekozen om daarna voldaan achterover te leunen. Er moet toezicht worden uitgeoefend op het dagelijks bestuur van de firma.
Werken is gezond en ook dat kan een remedie zijn tegen de ENRON-itis.

K.M. Baarspul

Karel Baarspul (1953) studeerde rechten in Groningen. Sinds 1986 werkte hij in diverse functies bij de provincie Zuid-Holland. Van 1995 tot medio 1999 was hij de treasurer van de provincie die het geheime bankiersbesluit van Gedeputeerde Staten moest uitvoeren. Het faillissement van Ceteco leidde uiteindelijk tot de zogenaamde Ceteco-affaire, die onder meer Commissaris van de Koningin Leemhuis-Stout tot aftreden dwong. Baarspul werd in deze affaire tot zondebok gemaakt en werd in het voorjaar van 2000 ontslagen. Hij schreef de roman Zilverpolder, gebaseerd op deze affaire.

Kom met uw praktijkervaringen op het terrein van managen en organiseren

Deel uw kennis, schrijf 3 columns of artikelen en ontvang een gratis pro-abonnement (twv €200)

Word een pro!

SCHRIJF MEE >>

Cor Berkelaar
Interessant om uit de eerste hand te vernemen hoe er door gezagsdragers met hun verantwoordelijkheden wordt omgesprongen, en hoe toch steeds weer de beïnvloeding van het zelfbeeld (van een bestuurder, een organisatie, een overheid of een land) bepalend is voor besluiten en de uitvoering ervan.
Op een heel ander gebied interessant om te zien hoe redelijk objectief en koel iemand feiten formuleert, ondanks dat zijn werkgever en de wetgever hem volledig lieten vallen. Nice Comeback! Laten we hopen dat er ooit eerherstel komt.
De wijze waarop gesproken wordt over mensen die de grenzen van wat mogelijk is verkennen, en het voorstel (dat ook uit andere hoek wordt geuit) om bij de accountant een strikte scheiding van advies en controle aan te brengen, getuigen van inzicht.
C.van Dam

Ik ben geschokt ,de zelfde metode is toegepast door het goudse college. Bedrog misleiding ontkenning,en een compleet onbetrouwbaar handelen,om toch een art 12 gemeente te kunnen blijven. Het is een groot schandaal dat dit soort nog een openbare funtie kunnen bekleden .Roof en zwendel is heel normaal men noemt dat politiek .( er is 10 milioen weg gezet op een manier die
niemand meer kon volgen zeker een slapende raad niet).
Maar Fortuin klop op de deur .
Stephan Jacobs
De heer Baarspul heeft hier zeker een boeiend en leerzaam artikel geschreven. Zijn ideeën omtrent hoe dit te genezen zouden verplichte stof moeten zijn bij de accountantsopleidingen.

Een deel van de reactie van de heer Berkelaar begrijp ik echter niet.
"Op een heel ander gebied interessant om te zien hoe redelijk objectief en koel iemand feiten formuleert, ondanks dat zijn werkgever en de wetgever hem volledig lieten vallen. Nice Comeback! Laten we hopen dat er ooit eerherstel komt."

Waarschijnlijk is het de heer Berkelaar ontgaan dat de heer Baarspul enige tonnen aan smeergeld heeft ontvangen, die vervolgens niet als inkomsten opgegeven zijn aan de belasting. Beide zeer laakbaar.

De heer Baarspul had de opdracht indertijd niet moeten accepteren, dan wel nadat de omvang en implicaties bleken zich de rol van klokkenluider moeten aanmeten.
De rol van 'ik wist van niks' en 'ik deed alleen wat mij gevraagd was' zoals hij die zich, nadat de Ceteco zaak was gaan rollen, heeft aangemeten siert hem in het geheel niet, en herinnert aan een stuk geschiedenis waar wij Nederlanders niet trots op hoeven te zijn. Geen redenen dus voor eerherstel.

Ik hoop dat de come back van de heer Baarspul beperkt zal blijven tot het schrijven van columns, en dat hij geen enkele maatschappelijke functie meer zal vervullen. Want hij heeft, en blijkbaar velen met hem, ons vertrouwen ernstig geschaad en de belastingbetaler (het volk) opgelicht.
Karel Baarspul
Het is in mijn optiek niet de manier en de plaats om (weer) te reageren op allerlei suggesties die zijn of worden gewekt.
Toch is het tweede deel van de laatste reactie van S. Jacobs niet correct en niet netjes en dwingt mij iets te zeggen.
Ik heb ooit in mijn vrije tijd bijgeklust door een bedrijf te helpen opzetten. Daar ben ik later voor beloond. Geen smeergeld, maar neveninkomsten. En omdat het neveninkomsten waren, heb ik die wel degelijk keurig opgegeven aan de belastingdienst; zoals dat hoort. Net zoals die inkomsten ook keurig in de aangifte van het bedrijf zijn terug te vinden als kosten.
Niks oplichting dus. Ik heb het alleen niet opgegeven aan mijn ex-werkgever en in dat hele rare bankiersdossier van al die miljarden guldens en al die tientallen miljoenen guldens netto winst is dat het enige verwijt - zo men wil - dat men mij kan maken. Dat heeft men dan ook gretig aangepakt om mij af te branden.
Ik zal het schrijven (ook van meer columns) zeker niet laten. En gelukkig (en terecht m.i.) delen zeer vele contacten die ik heb in (semi-)overheid en bedrijfsleven wel de positieve maar niet de negatieve strekking van de reactie van de heer S. Jacobs.


Johan Veeninga
Als we alle (beurs)berichten na de Enron-eruptie tot nu toe en in de komende jaren met hoofd en hart echt willen volgen dan leren we inzien dat kapitalistische cultuur meer en meer is gaan verloederen. M.i. is het dus te verwelkomen dat er mensen zijn die, zelf vaak uit die cultuur voortkomend, tot inzichten geraken en zo facts&feelings kenbaar durven te maken.

Het gaat verder niet om de klokkenluider zelf maar uitsluitend wat inzichtelijk wordt gemaakt. Dat in Nederland klokkenluiders voorlopig nog 'doorgemarteld' worden zegt iets van onze huidige cultuur. Hoe krachtiger men hen tracht te verwijten des te meer er in de regel valt te verbergen.
Het individualiseren van 'zondebokken' lost niets op. Het zegt immers meer iets over systemen die zich hebben kunnen ontwikkelen. Systeemoplossingen is een meer geijkte benadering.

Ik zeg liever Chapeau (!!!) tegen deze luiders van klokken.

Overigens heb ik niets tegen kapitalisme, echter wel in hoe die zich is gaan ontwikkelen.

Ik ben er van overtuigd dat wij in ons land zo medio 2003 weer geleerd hebben om ons meer bezig te houden met de inhoudelijke boodschappen van mensen zoals b.v. Karel Baarspul.

Voor objectieve en vooral ter zake kundige journalisten valt hier veel werk te verrichten, met als doel herinrichting van de infra-cultuur in dit polderlandschap.

Fairplay dus!

Meer over Het spel om poen en prestige