De verkeersveiligheid in Nederland staat onder druk. Het aantal verkeersslachtoffers stijgt weer, vooral onder fietsers. Steeds vaker delen gewone fietsen het pad met allerlei lichte elektrische voertuigen voor stadslogistiek (LEVs), zoals e-steps, fatbikes en e-bakfietsen. Die verschillen nogal in snelheid en gewicht, wat voor gevaarlijke situaties zorgt. 

Wegbeheerders, zoals gemeenten, maken zich zorgen. Vooral in grote steden en fietsvriendelijke gemeenten klinkt de roep om meer vrijheid om lokaal maatregelen te kunnen nemen. Denk aan het verplaatsen van bepaalde LEVs naar de rijbaan of het instellen van maximumsnelheden op het fietspad.

Op basis van de beoordelingsresultaten is in met partijen vastgesteld dat de volgende pilotideeën potentie hebben:

1. LEVs voor goederenvervoer naar de rijbaan bij 30 km/h
2. Verplicht (max.) 20 km/h op het fietspad, 30 km/h op de rijbaan
3. Bepaalde LEVs verbieden in voetgangersgebieden waar fietsen is toegestaan
4. Alle LEVs verbieden in voetgangersgebieden waar fietsen is toegestaan
5. (Dynamische) adviessnelheid voor fietsers en LEVs met (matrix)borden of displays
6. Adviessnelheid – ISA fiets en ISA begrenzing
7. Inhaalbaan op het fietspad
8. Inhaalverbod op het (smalle) fietspad
9. 2e rijstrook opheffen en benutten voor LEVs

LEV-kader

Het Rijk werkt momenteel aan een zogeheten LEV-kader: landelijke regels over waar LEVs mogen rijden en hoe ze gebruikt mogen worden. Vooralsnog gaat men ervan uit dat LEVs op het fietspad horen. Maar een motie in de Tweede Kamer vraagt om meer ruimte voor maatwerk per gemeente.

Daarom gaan het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat en de G4/F10-gemeenten samen pilots uitvoeren. Daarbij wordt getest of het verplaatsen van LEVs naar de rijbaan of het verkleinen van snelheidsverschillen werkt – én of dat ook uitvoerbaar, handhaafbaar en uitlegbaar is. Het adviesbureau DTV helpt deze ideeën uit te werken. Uiteindelijk moeten de beste vier voorstellen worden getest in de praktijk. Zo moet duidelijk worden of aanpassing van de landelijke regels wenselijk en mogelijk is. 

Bron: Ministerie IenW