Wanneer is sprake van aansprakelijkheid voor het leeghalen van de vennootschap?

Aansprakelijkheid bij “leeghalen” geldt, als aan de volgende criteria wordt voldaan:

• de vennootschap moet een in aandelen verdeeld kapitaal hebben (N.V. of B.V.);
• de onderneming van deze vennootschap dient geheel of nagenoeg geheel gestaakt te zijn;
• degene die wordt aangesproken dient in het jaar van de staking van de onderneming of in de drie voorafgaande jaren een aanmerkelijk belang in de zin van de wet Inkomstenbelasting 1964 te hebben gehad (dus meer dan 5% van de aandelen in de B.V./N.V.), en dient dat aanmerkelijk belang in die periode te hebben vervreemd (overgedragen of verkocht);
• degene die wordt aangesproken diende te weten of redelijkerwijs behoren te weten dat na de vervreemding van de aandelen alle of nagenoeg alle bezittingen van de vennootschap zouden worden verduisterd.

Deze aansprakelijkheid geldt niet alleen voor bestuurders, maar voor alle aandeelhouders die aan deze criteria voldoen. De aansprakelijkheid is overigens beperkt tot het bedrag waarmee werd deelgenomen in het vermogen van de vennootschap.