Exponentiele organisaties: een ontwrichtende innovatie!

Cover stories

Ben je net lekker bezig met het zo mooi opgepoetste en aan onze tijd aangepaste agile management, moet je de zinnen al weer verzetten omdat er iets aankomt dat alles zal ontwrichten (een proces dat disruption genoemd wordt). Yuri van Geest schreef er een boek over, samen met Salim Ismael: Exponentiele organisaties (ExO’s).  In de zee van managementboeken zou dit zomaar uit het zicht kunnen verdwijnen, ook al omdat mensen hun blik gericht hebben op andere zinvolle ontwikkelingen zoals agile management. De exponentiele organisaties zullen echter de markten overnemen en alleen daarom al moet je er kennis van nemen Of, zoals Van Geest en andere mensen van de Singularity University (SU) geloven:

‘Exo’s zullen in de meeste bedrijfstakken de traditionele lineaire organisaties verpletteren, omdat...

Wim Aalbers
Pro-lid
Lekker stuk. Goede discussiestof. Hebben Exo's de trekken van wat we vroeger een lange termijn orientatie, versus het veelvuldig verguisde korte termijn denken van met name beursgenoteerde trado's? Schijnbare paradox.
Disruptie is geen doel, maar gevolg. Uitdaging is om meer van het exo-denken te implementeren in trado organisaties.
Jos van der Wielen
Lid sinds 2019
Goed stuk, Bert. Kritiek op de trado’s is van alle tijden. De complexiteit van dergelijke organisaties en het daaraan gekoppelde gebrek aan verbinding, wendbaarheid, responsiviteit en innovatie(snelheid) liggen al decennia onder vuur. We lezen deze verhalen, in verschillende soorten en maten, al sinds het verschijnen van Rosabeth Moss-Kanter’s ‘When giants learn to dance’. Er is veel kritiek op de dikke huid van dergelijke organisaties maar we vergeten vaak dat ze ook enorm veel vet op de botten hebben. Vet, dat kan worden aangewend om goede ideeën te incorporeren (prijsvragen!), disruptieve spelers te coöpteren (cashen!) en samenwerkingsverbanden aan te gaan (doodknuffelen!). We moeten oppassen met het eenzijdige belichten van de innovatieve kracht en levensvatbaarheid van een relatief kleine subset van organisaties en deze verheffen tot standaard. Daarnaast moeten we de veerkracht en onze afhankelijkheid van trado’s niet onderschatten.
Daarmee wil ik niet zeggen dat er niks aan de hand is.
L.J. Lekkerkerk
Lid sinds 2019
Heb het boek met stijgende verbazing en irritatie gelezen. ExO's komen voor in twee hoofdsoorten:
1 makelaars-in-een-digitaal-jasje (AirBNB, Uber) ofwel net zo louche als die in de vastgoedwereld tegen een schandelijke percentage vraag en aanbod bij elkaar brengen,
2 bedrijven die A (iets virtueels) doen om met B (meestal advertenties verkopen en/of data van gebruikers van A) veel geld te verdienen (Facebook, Google)

En hoewel die voorbeelden enorm snel, jawel 'exponentieel' groeien, ook qua zogenaamde beurswaarde gebaseerd op de gebakken lucht die ze in hun internetbubble vangen, vallen ze ook net zo hard naar beneden ... zie vergelijking Facebook met neergaand Twitter (NRC van 2 mei), wie kent Hyves nog? of 'weet nog wat 'msn-en' is?

Ze geven een ander hype-boekje als 'companion volume' namelijk 'The lean start-up' van Eric Ries; en dat is weer wel heel aardig, want bruikbaar voor velen die worstelen met het gebrek aan innovatiesucces.
Sjors van Leeuwen
Pro-lid
Interessant artikel Bert, enkele aanvullingen in willekeurige volgorde:
1. Bekende trado’s als GE en het Chinese Haider worden door Ismael e.a. ook als expo gezien, dus het kan blijkbaar wel. Hoewel het bekend is dat trado’s nu eenmaal moeilijk van koers veranderen. Daarnaast investeren trado’s uit defensieve of offensieve redenen veel in (de overname van) expo’s dus die kiezen voor een andere aanvliegroute.
2. Ismael e.a. hebben inderdaad een goed boek geschreven. Maar…ze hebben een beproefde aanpak gevolgd: welke (nieuwe) organisaties doen het goed (groeien exponentieel) en welke kenmerken hebben ze gemeenschappelijk. Vergelijkbaar met een aanpak zoals Peters en Waterman, Collins, Porter en vele anderen hebben gevolgd bij hun zoektocht naar excellente ondernemingen. Het is bekend dat zo’n onderzoeksmethode wetenschappelijk gezien ‘boterzacht’ is en de resultaten dus met een korreltje zout genomen moeten worden.
3. Er zijn ook succesvolle bedrijven die niet in het expo-hokje passen. Denk aan succesvolle trado’en succesvolle nieuwkomers als Coolblue en Buurtzorg die al jaren sterk en succesvol groeien, maar zonder expo-kenmerken.
4. Expo’s kunnen met name snel groeien in omvang/klanten/gebruikers door de combinatie van digitalisering (van producten, processen, communicatie) en netwerkstructuren, waarbij slim gebruik wordt gemaakt van community/crowd, flexibele werkorganisatie (personeel op afroep, crowd) en geautomatiseerde processen (ob.v. algoritmen). Deze onderliggende factoren zijn geen hype, maar bieden inherent kansen door hun karakter.
5. Het doel van veel expo’s is, net als die van veel trado’s, om (zo snel mogelijk) zo groot te worden. Idee: ‘first mover advantage’ resulterend in ‘the winner takes it all’. De achterliggende motivatie (why) kan verschillen, maar dat is onder trado’s ook.
6. Veel start-up-expo’s kunnen snel groeien omdat investeerders met diepe zakken de snelle en vaak verliesgevende groei graag financieren. Wachtend op een lucratieve verkoop aan een andere expo of trado. Het verdienmodel wil nog wel eens rammelen, maar dat maakt dan niet uit.
7. Het ‘hogere doel’ is bij veel expo’s achteraf verzonnen. Zo begonnen de oprichters van Airbnb met het verhuren van hun eigen woning omdat ze om geld verlegen zaten. Toen dat gemakkelijk ging, zagen ze het licht: nieuwe business. De geneugten van de deeleconomie e.d. zijn er later bij bedacht.
8. Veel trado’s gebruiken al langer en steeds vaker ‘open innovatie’ zoals Cisco, Procter & Gamble, Philips en vele anderen tot en met Lay's met Maak de Smaak's Patatje Joppie. Dit is niet voorbehouden aan expo’s.
9. Standaardisatie van processen en ict-systemen hoeft de flexibiliteit van een organisatie niet te beperken, maar kan die juist vergroten zo blijkt uit meerdere onderzoeken (o.a. MIT Sloan).
10. Er wordt vaak gesproken over revolutie, maar er is eigenlijk altijd sprake van evolutie. Het begrip 'disruptie' wordt te pas en te onpas gebruikt en vrijwel altijd verkeerd begrepen en in een verkeerde context.
11. Er gaan vrijwel geen bedrijven failliet door ‘disruptie’, door succesvolle start-ups of door extreme wendbaarheid van anderen. Wel doordat ze zelf niet in staat zijn om zich snel genoeg aan te passen aan veranderende omstandigheden. En dat kan allerlei redenen hebben.
12. Organisaties moeten m.i. niet zozeer focussen op een ‘exponentiele organisatie’ worden, want dat wordt dan weer een doel op zich. Organisaties moeten wel investeren in ‘strategische wendbaarheid’. Tegenwoordig plakt men overal het buzzword ‘agile’ op, maar de achterliggende gedachte is geen hype, maar noodzaak om te kunnen overleven. Strategisch wendbare bedrijven zullen zeker één of meer kenmerken hebben van een expo. De toekomst is voor organisaties die wendbaar en klantgedreven opereren.
Bert Overbeek
Pro-lid
Dank Sjors, voor je mooie uitgebreide reactie. Leerzaam verhaal hoor. Al gaat het niet om 'expo's' maar om "ExO's'.
Bert Overbeek
Pro-lid
En Wim, inderdaad, dat is een van de uitdagingen: trado's helpen sneller te worden. De andere is mensen te helpen zich goed te blijven voelen onder al deze veranderingen. En samenlevingen niet te laten ontwrichten.
Misha de Sterke
Dank voor je artijel.

Ik heb in veel 'trado's gewerkt en mij viel op dat het juist compleet niet hierarchisch is. Maar veel informeel wordt 'geregeld'. Een trado is en blijft ook een netwerk van mensen. Daarnaast 9 van de 10 startups mislukken. Wat mij betreft tijd om een meer realistische kijk te hanteren op organisatieontwikkeling.

En dan nog is ons utopie een samenleving waarin banen verdwijnen en iedereen een basisinkomen krijgt? In dat verhaal wil ik geen rol spelen.
Wilbrand Kuijt
Lid sinds 2019
Een verhaal waarin ik veel herken, maar waardoor ik ook nieuwe inzichten krijg. Dank je Bert en Sjors. Wat naar mijn bescheiden mening opvalt is dat veel ExO's diensten bieden in plaats van producten. De informatisering en automatisering heeft gemaakt dat netwerken vanuit informatisering en automatisering het grote vliegwiel is. Ik zou zeggen dat productieomgevingen in het verleden ook al ExO's hadden, maar dat we ze toen cooperaties noemden. Geen primair financieel winstoogmerk, maar vanuit samenwerking de krachten op kennis, kunde en impact te bundelen waardoor de individuele ondernemer de schaal kan vergroten en professioneler kan produceren.

Ik vraag me wel af in hoeverre Buurtzorg met zijn netwerkorganisatie als ExO te definieren valt. Is dit een tussenvorm?

Meer over Ondernemerschap