Het Internationale Strafhof: een (mis)daad tegen de menselijkheid?

Als het summum van Goddelijkheid heeft een select gezelschap, voornamelijk rijke landen, besloten dat deze zelfde landen God’s vertegenwoordiger op aard mogen spelen door in Den Haag een oordeel te mogen gaan vellen welke globebewoner(s) zich niet aan de wetten en conventies houden. Lodewijk de veertiende kijkt smalend toe vanuit zijn loge in het hiernamaals met nog vers in zijn achterhoofd de flinke reprimande die hij ontving van het Opperwezen inzake zijn eigen verlichte despotengedachte. Het doet ook denken aan het vingertje van Van Mierlo naar China indertijd, waarbij hij het evangelie van de Nederlandse democratie predikte en de Chinezen trachtte te bekeren tot de parlementaire democratie zonder dood- en lijfstraffen. De arrogantie van de muis die samen met de olifant op de brug staat...

Robert A. van der Haas
Eerst gedacht dat ik inhoudelijk zou moeten reageren op de hysterische kreten (enlosst etc), onjuistheden (puriteinse paapse gedachten ? etc) en gedachtenkronkelingen blijkbaar voortkomend meer uit emotie dan kennis of verstand.
Ik volsta met de vraag : Waarom zo'n "artikel" geplaatst ?
A.M.A. Goossens
Auteur
Beste heer vd Haas

Verwacht u werkelijk inhoudelijk antwoord op uw vraag? Of verwacht u antwoord op uw onvolledige stellingen. Uw aanhef impliceert reeds dat u naar aanleiding van titel of kreten reeds vooringenomen negatief zou reageren. Wellicht dat een zinnig en duidelijke inhoudelijke kritiek van uw kant mij antwoorden ontlokt. Wedervraag: Waarom zo'n artikel gelezen?
J. van Werven
Als deze M@n@gementsite vervuild wordt met dit soort onzin-artikelen, dan gaat de waarde van de site snel verloren. Ik stel voor dat mensen als Allert Goossens hun ongenuanceerde, onjuiste en botte gedachtenkronkels ergens anders dumpen.
Laten we ons in deze site beperken tot Kwaliteitsartikelen.
A.M.A. Goossens
Auteur
Heer of mevrouw Van Werven. Juist mensen als u probeer ik ter bereiken met zo'n artikel. Mensen die anderen weinig ruimte lijken te geven tot een afwijkende mening (dan de massa). Heeft u wel eens achter de bedoeling van columns gekeken? Columns zijn om te prikkelen! Het is met u weer gelukt, dank daarvoor. Overigens nog geen artikel of column van uw hand gezien, dus wie bedoelt u met "we"?
Justus de Broeckenaere
Allert Goossens is een gevaarlijke idioot en het is erg goed dat hij zichzelf voor lul zet door dit soort taal te uiten. Ik ben er dus sterk voor dat dit soort facistoide praat hier gepresenteerd wordt.
Goedzo!

Willem Mastenbroek
Kunnen we in de onderlinge discussie scheldwoorden vermijden? Felle, levendige, polemische en provocerende teksten zijn prima maar scheldwoorden ......

Columns kunnen overigens door iedereen zonder tussenkomst van de redactie geplaatst worden. Tot dusverre is slechts een enkele keer achteraf ingegrepen door columns te verwijderen. Dit waren meestal reclame-achtige teksten.

M@n@gement is gericht op vraagstukken van organisatie en management. De grens met meer politieke en maatschappelijke vraagstukken is vaag en wij zijn niet geneigd tot een strakke bewaking van deze grens.

Kortom de bezoekers van M@n@gement bepalen zelf hun grenzen in de vrije ruimte voor columns en reacties op columns en andere bijdragen. Slechts bij uitzondering zal de redactie ingrijpen.

Wij hopen dat deze vrije ruimte in M@n@gement een goede blik verschaft over wat er kennelijk leeft onder professionals. Kreten recht uit het hart zijn welkom. Columns en reacties hoeven echt niet altijd genuanceerd te zijn. Ongezouten meningen vinden wij prima. Positieve en negatieve emoties horen er ook bij. Laten we er wat van maken! Boeiend en interessant juist door de persoonlijke kleur die mensen eraan geven.

Willem Mastenbroek
Hoofdredactie M@n@gement
Justus de Broeckenaere
Excuses voor mijn ietwat felle reactie op Allert Goossens' column en de schrijver in kwestie. Toen ik het artikel las, liep ik rood en daarna paars aan en moest ik de leuningen van mijn bureaustoel goed vasthouden om niet met mijn vuisten op mijn toetsenbord te gaan slaan. Mijn aggressie uitte ik door een aantal ordinaire scheldwoorden te hanteren' iets dat inderdaad niet door de beugel kan. Ik bied hiervoor mijn excuses aan; in de eerste plaats aan meneer Mastenbroek en in de tweede plaats aan Goossens, terwijl ik het nog steeds zeer oneens ben met zijn stellingen.

Bij deze roep ik eenieder op om de discussie over het internationaal strafhof voort te zetten. Zand erover en verder discussieren. Ook Goossens roep ik weer tot de orde, omdat hij weldegelijk een bijdrage kan leveren door de andere kant van de kwestie te belichten. Het lijkt mij interessant een aantal rechtsgeleerden op te roepen om ook deel te nemen aan deze discussie. Wij zijn slechts managers en niet ieder van ons (ik teminste niet) heeft veel verstand van rechten.

Ik heb namelijk enkele prangende vragen die slechts door rechtsgeleerden beantwoord kunnen worden. Een van die vragen is, hoe een gerechtshof eigenlijk dient te worden opgericht. Het is duidelijk dat het een taak van de overheid is, maar hoe zit dat bij een internationaal gerechtshof? En hoe wordt een gerechtshof erkend? Ik zal opzoek gaan naar enkele juristen op de digitale snelweg, om hun mening te peilen en zal hier verslag van uitbrengen.



For great justice!

Justus.
A.M.A. Goossens
Auteur
Op de laatste genuanceerde kreten van de heer Justus de Broeckenaere wil ik graag reageren. Ik heb mij bewust even niet laten zien toen het allemaal wat minder vriendelijk werd.

Meneer de Broeckenaere, u moet begrijpen dat ik een dergelijke sterk prikkelende, op de grens balancerende column schrijf, omdat het ICC (Internationale Strafhof) even goed balanceert op het randje van het toelaatbare. Daarbij kom ik als zakenreiziger veel in het buitenland, heb daar wel eens kort gewoond voor mijn werk, en spreek dan buiten kantooruren ook veel met mensen in bijvoorbeeld het Midden Oosten. De beelden die de mensen daar hebben van onze moraal en politiek liggen veel minder positief dan men in NL predikt en denkt. Men vindt ons over het algemeen westers idealistisch en verwijt ons met name vaak gebrek aan culturele inleving. Ik denk dat daar een grote kern van waarheid in zit. Conflicten in vele landen kennen hun wortels in de Middeleeuwen of eerder. Joegoslavie is daar een voorbeeld van. Ik ken, door omstandigheden, vele Joegoslaven, van alle gesternten. Wij in het Westen, en dan vooral de niet-militairen, vinden vooral de Serven verkeerd, en deze staan dan ook en masse in Den Haag voor het Hof. De Kroaten echter, hebben waarschijnlijk net zo veel op hun kerfstok. Net als dat de Moslims vanuit het door ons beschermde Screbrenica stiekem gewapende uitvallen richting Servie deden, dat enkele kilometers verderop lag. Insiders zeggen wel dat daarmee een aanval op Srebrenica werd uitgelokt, omdat de UN ook daar niets aan deed. Feit blijft dat voor de Westerse pers de Serven de grote boosdoeners waren. In WO2 waren de Serven (Chetniks) vooral actief aan Duitse kant, en dat zijn de Kroaten nooit vergeten, en na Tito's dood vond men het tijd ook die score te settelen. Het feit dat de Serven echter met de Duitsers meevochten heeft ook weer historische wortels. Zo liggen de verbanden diep in de cultuur historie verborgen; daarover kan een min of meer louter Europees georienteerd en onderschreven Hof niet goed gewogen en objectief recht spreken (als dat uberhaupt bestaat, maar dat is een andere discussie).

Nog een voorbeeld van vermeend objectief recht : Tijdens de processen in Neurenberg werden vele Duitse oorlogmisdadigers veroordeeld. Een "logische" gang van zaken, want het recht van de sterkste (overwinnaar) zegeviert (en los daarvan: genocide op een wereldwijde schaal staat in casu vanzelfsprekend buiten kijf - van mijn column wel te verstaan). De Russen, die miljoenen vrouwen verkrachten in Duitsland, en ook miljoenen krijgs en andere gevangenen vermoorden zijn op een enkeling na niet voor enig gerecht verschenen. Een aantal jaren geleden wilde Duitsland, m.i. (wetenschappelijk) terecht, een standbeeld oprichten voor Werner von Braun, een Duitse wetenschapper die de basis legde voor ballistische raketten als de V2. Von Braun werkte voor de "verkeerde" kant, en ondanks het feit dat de VS Von Braun hoofd van hun ballistische rakettenafdeling maakte in 1946 en daarmee vooraan de latere wedloop bleef, werd door Engeland gedreigd met zware sancties tegen Duitsland indien Von Braun inderdaad een standbeeld zou krijgen. Hetzelfde jaar echter werd in London een standbeeld opgericht voor airmarshal Harris, ofwel Bomber Harris, de commandant van de geallieerde bombardiersvloot. Deze man vond het noodzakelijk Dresden met brandbommen plat te gooien toen de Duitse capitulatie aanstaande was, hetgeen meer levens kostte dan de a-bom op Nagasaki. In die zelfde context veroordelen wij tot op de dag van vandaag het bombardement op Warschau en Rotterdam, door Duitsland toegepast als onderdelen van de "Totaler Krieg", de totaaloorlog. Met echter in het achterhoofd het systematisch platbombarderen van Duitse steden en steden als Tokyo, kun je dus achter de oren krabben of onze sentimenten (het woord zegt het al) wel zo zuiver zijn. Oog om oog maakt blind. Tot de dag van vandaag voert de publieke opinie discussie of de bommen op Hirosjima en Nagasaki wel te verkopen zijn in het kader van vrede afdwingen, en alhoewel deze bommen eenvoudiger "recht" zijn te praten dan de vernietiging van Dresden in '45, is ook daar de vraag te stellen, hadden wij het recht aan onze kant. Oppenheimer is overigens, als projectleider van het Manhattan project, nog immer een gevierd coryfee van de Westerse wetenschap; de man zelf stierf, net als Alfred Nobel, van vertwijfeling of hij wel juist had gehandeld met de aanwending van zijn kennis ten bate van een dodelijk oorlogstuig.

Duidelijk is dat we dus menselijkerwijs neigen naar subjectief recht. In het Westen hebben we over het algemeen democratisch gekozen regeringen en constituties die ons beschermen tegen willekeur. Wij kunnen ons dan ook relatief eenvoudig neerleggen bij "gerechtelijke dwaling", omdat de gevolgen te overzien zijn. Indien we echter internationaal ons gaan begeven op het vlak van recht spreken over een individu, die zich in een werelddeel ver van hier heeft misdragen, of misdaden tegen de menselijkheid heeft gepleegd, wat is dan onze rechtsgrond of ons perspectief dit individu te veroordelen? Is bijvoorbeeld Arafat nou een vrijheidsstrijder of een terrorist? Was Che Chuevera een vrijheidsstrijder of terrorist? Het is maar welk perspectief men aanhangt, en daar zit hem nou net de makke; kunnen wij met een ICC, wat door een beperkt aantal landen is geinitieerd, voornamelijk westerse landen, een universeel recht spreken, en waar denken we dat recht dan vandaan te halen. Als ik vandaag een politieman overhoop knal ben ik een misdadiger; valt morgen Duitsland Nederland weer binnen, en die agent blijft voor de Duitse mogenheid werken, en ik schiet hem neer dan ben ik een verzetsheld. Het is wellicht geen nuanceverschil meer, maar wie zijn wij om regeringsleiders, of anderszins leiders van milities, groepen, stammen of gewesten te veroordelen voor een "misdaad" die zij hebben gepleegd in een cultuur, een omstandigheid of een vete ver van ons, waarbij de context en periferie van het conflict ons cultuurhistorisch compleet ontgaan? We zijn namelijk sterk geneigd politiek en recht te vermengen terwijl de trias politica juist tracht dat te voorkomen. Een zeer wezenlijke kwestie in deze, me dunkt.

In de kern bedoel ik met de column de grens af te tasten van wat wij onszelf als een recht c.q. morele plicht opleggen door een ICC, met beperkt draagvlak, te initieren. Zou het niet wijzer zijn dat de onderschrijvers (ratificerende naties) hun werkgebied (gebied waarbinnen men jurisdictie heeft) zouden beperken tot de zone van ratificerende naties? Dan zou de vlag de lading dekken, omdat we dan min of meer ons eigen bed benatten. Ik opteer pas voor een wereldwijde jurisdictie indien net zoveel landen onvoorwaardelijk participeren aan het ICC als aan de VN. Dan kunnen we spreken van een representatief Hof. Nu heeft het er alle schijn van dat we met een Westers rechtsinstrument de rest van de wereld, toch nog zo'n 200 andere landen, onze justitia opleggen. Mijns inziens verre van democratisch, en grenzend aan .... verlicht despoten gedrag.

Tenslotte nog dit (omdat ik denk dat het gevoelig ligt): Martelen, doodstraf en aanverwante misdaden tegen de menselijkheid wijs ik af. Ik ben fel tegenstander van de doodstraf. Toch acht ik het de verantwoordelijkheid van een staatshoofd, of dat nou van Luxemburg of de VS is, om daar waar nodig een grens over te gaan om het landsbelang, of liever collectief belang, te dienen. Dat kan dus betekenen dat de door mij (c.q. Booij c.s.) genoemde metafoor daadwerkelijk binnen onze landsgrenzen plaatsvindt. Dat is an sich een kwestie die we niet willen weten, een dirty game. Maar toen ik stelde dat ik "slecht zou slapen indien ..." bedoelde ik niet dat ik het daarmee goedkeur of het zou willen stimuleren, maar "deep down" zou ik me zorgen maken als ik wist dat onze landsheren een metafoor als geschets op de Melkert manier zouden behandelen. Recent werd aan een van onze meeste befaamde advocaten gevraagd of hij zijn beroepsgeheim prijs zou geven indien zijn client hem had verteld waar er een gijzeling plaatsvond, hetgeen de politie nog niet wist. Beslist zei hij "nee"; de reporter vroeg hem "en als u moeder een van de gegijzelden was?" Onverbiddelijk: "ja". Daar ligt hem nu net de nuance. We willen niets liever dan roomser zijn dan de paus, binnen de ratio, maar du moment dat het van ratio emotie wordt zijn we geneigd te beslissen in ons (vermeend) voordeel. Horen, zien en zwijgen is een geliefd credo van veiligheidsdiensten. Ook in NL. En ook in NL is geliquideerd en is tot liquidatie aangezet, zijn mensonterende spellen gespeeld. Horen, zien en zwijgen. Maar schrijft een columnist iets derglijks uit, dan wordt ie alras fascist of oordelen van gelijke strekking. Menselijkerwijs begrijpelijk, maar rationeel ook? Noem mij hypocriet, ambivalent; ik ben immers tegen de doodstraf, tegen martelen, maar zou slecht slapen indien ... Toch kan ik geen andere visie ontwikkelen, omdat ik nu eenmaal niet geloof in de andere wang toekeren, althans niet als regel. het spijt mij oprecht voor diegene die mij hiering, wellicht terecht, verwijtbaar hypocriet acht!

Meneer de Broeckenaere, ik begrijp uw, enigszins primaire, reactie op mijn column, en ook die van anderen. Ik ben "in het echt" een gematigd liberaal in gedachtengoed, en verre van fascistisch. Ik zoek alleen in mijn columns een prikkelgrens, en dat creeert een levendige discussie. Ik hoop dat u van me wilt aannemen dat mijn feitelijke gedachten over een dergelijk onderwerp, naar mijn eigen mening, weldegelijk genuanceerd en gewogen zijn; ik heb dat inmiddels proberen aan te geven. De column echter is bewust op de grens, en dat realiseer ik me volledig. Ik respecteer uw verwerping van mijn tekst, maar hoop dat de kern van de materie wel tot u en anderen doordringt.



J. Grazell
Justus de Broeckenaere toont zich in zijn bijdrage “Goed!” van 18 augustus 2002 een typische exponent van het politiek correcte denken dat de laatste decennia in Nederland zo in zwang was.
Hoog te paard meent hij denkend vanuit zijn ethisch hoog verheven idealen zelfs met scheld woorden een auteur terecht te moeten wijzen om zijn verderfelijke standpunten.
Hij kan zich niet meer voorstellen dat je ook vanuit een andere optiek naar deze materie kunt kijken dan hijzelf gewend is in zijn eigen kring. Voorbeelden waaruit blijkt dat je wel degelijk op een andere manier naar het Verlichtingsdenken en de daaruit voortvloeiende zogenaamd universele rechten van de mens en naar de functionering van internationale gerechtshoven kunt kijken zijn de boekbesprekingen in de boekenbijlagen van NRC Handelsblad van respectievelijk 16 augustus 2002 waarin het boek van Martha Nussbaum: Upheavels of Thought wordt besproken door Heleen Pott en die van 23 augustus 2002 waarin verschillende boeken over internationale rechtvaardigheid en internationale rechtsorde worden besproken door Paul Scheffer. Gelieve daar eens kennis van te nemen meneer De Broeckenaere.
Sinds 6 mei 2002 is de tijd voorbij meneer De Broeckenaere dat voor politiek links onwelgevallige standpunten door betreffende politieke groepering kunnen worden gedemoniseerd. De bekende discussietruc van links door alles wat maar enigszins rechts klinkt voor extreem rechts uit te maken en er op die manier een taboe van te maken heeft die zwarte dag zijn Waterloo beleefd. Het taboeïseren van onderwerpen wordt door het publiek niet meer geaccepteerd. Dat is pure winst voor de politieke discussie in Nederland.
Complimenten aan de auteur Allert Goossens die het heeft aangedurfd deze kijk op de zaak op te schrijven en te publiceren. We leven ten slotte in een land waarin mensen op straat worden doodgeschoten vanwege hun opvattingen.
Dat de heer Justus de Broeckenaere in zijn bijdrage “Excuses en oproep!” van 19 augustus 2002 de auteur nog tot de orde waagt te roepen is een gotspe na zijn eigen uitglijder. Waarom zou een auteur die een bepaald standpunt verkondigd verplicht moeten worden andere standpunten uiteen te zetten dan zijn eigen standpunt? Dat doet de criticus maar zelf lijkt me. Een iets minder hoge toonhoogte lijkt me wel gepast voor iemand die zichzelf zo heeft gediskwalificeerd.

Willem Mastenbroek
De scheldwoorden worden nu vermeden maar reacties geven mij af en toe het gevoel dat er stevig op de persoon gespeeld wordt. Duidelijk, emotioneel en desnoods heel fel voor de eigen mening uitkomen is voor mij iets heel anders dan een ander in de hoek zetten. De recente reactie van Grazell bevat een aantal persoonlijke kwalificaties. Zijn die nodig om de eigen mening te verduidelijken? Laten we proberen met elkaar een toon te vinden die over en weer stimulerend werkt en niet afbrekend overkomt.

Willem Mastenbroek
Hoofdredactie M@n@gement
J. Grazell
Als Justus de Broeckenaere het in zijn bijdrage “Excuses en oproep!” van 19 augustus 2002 bij een excuus had gelaten dan zou wat mij betreft de kous af zijn geweest. Dat hij onmiddellijk na zijn excuses weer met zijn politiek correcte toontje doorgaat en de auteur van het betreffende artikel nog eens tot de orde meent te moeten roepen is onverteerbaar en vraagt om een weerwoord. Als de Hoofdredactie dat niet doet dan doen de lezers dat wel. Het is deze politiek correcte houding bij bepaalde personen die menen het Absolute Gelijk aan hun zijde te hebben die hen blijkbaar het recht geeft om anderen met afwijkende opinies van fascistoïde praat te beschuldigen en uit te schelden. Een enkeling in Nederland gaat in dit klimaat zelfs verder zoals we nu weten (zie HP De Tijd van 30 augustus 2002, week 35, blz. 14, interview met Achterhuis). Tegen deze houding moet fel worden opgetreden. Dat gaat helaas niet zonder persoonlijke kwalificaties. Mag niet gezegd worden dat De Broeckenaere een uitglijder heeft begaan en dat hij zich heeft gediskwalificeerd? Wat mij betreft mag dat wel.
Wie zich in de publieke ruimte begeeft moet tegen een stootje kunnen. Wie al scheldend de publieke ruimte betreedt kan verwachten de wind van voren te krijgen. Wie na een hoofdredactionele correctie en daaropvolgende excuses toch nog verder gaat op de ingeslagen weg moet de consequenties maar dragen. Het is de heer De Broeckenaere overkomen. Het zij zo. Hij heeft er zelf om gevraagd.
Met de oproep van de hoofdredacteur om te proberen met elkaar een toon te vinden die over en weer stimulerend en niet afbrekend overkomt gaan wij overigens akkoord. In ons betoog hebben wij niet voor niets wat literatuursuggesties gedaan zodat De Broeckenaere zijn horizon wat kan verbreden.
In harmonie zo lang het kan, maar in conflict als het moet. Hier werd tot twee keer toe een grens overschreden.

Meer over Overheid