Het integriteitsdilemma

Columns

Een stelende politieagent, een brandstichtende brandweerman, een professionele opvoeder die zich aan kinderen vergrijpt, kortom: ‘beroepsgerelateerd delinquent gedrag’, de nachtmerrie van iedere korpschef, brandweercommandant of internaatsdirecteur. Tegelijk een gat in de markt voor de testbranche. Mensen die het van dichtbij meegemaakt hebben, hebben er namelijk heel erg veel voor over om herhaling te voorkomen. Dus als je een test zou kunnen ontwikkelen die de integriteit van sollicitanten kan meten ben je spekkoper. En die tests zijn er inmiddels, althans tests die pretenderen integriteit te meten. Maar meten die wel wat we willen weten en zo ja, hoe integer of hoe ethisch is het dan om die tests ook in te zetten?

In onze praktijk van selectie- en mobiliteitsvraagstukken worden wij in t...

Bert Boer
Als ontwikkelaar en marktleider van een online integriteitsinterview bendrukken wij tijdens het verkoopproces steevast dat er grote aandacht moet zijn hoe het proces wordt ingericht en hoe de communicatie met kandaidaten verloopt. Geef je daar geen aandacht aan dan begeef je inderdaad op glad ijs. De organisaties die ons tool gebruiken hebben die aandacht wel en behalen enorm goede resultaten. Kandidaten vinden het geen probleem dat er getest wordt op integriteit. Sterker nog zij vinden het goed dat hun nieuwe werkgever aandacht heeft voor integriteit. Ja we moeten attent blijven voor de etische kant van het testen op integriteit, maar niet testen lijkt geen optie meer in de huidige maatschappij waar er per jaar meer dan drie miljard euro aan fraude wordt gepleegd door eigen personeel.
John W.Weusthof
Hallo Peter Ik ben zo vrij geweest om het door jou gepubliceerde dilemma te bestuderen. Ik spreek altijd over interne criminaliteit. Jouw beschrijving 'beroepsgerelateerd delinquent gedrag' vind ik in veel gevallen uitstekend toepasbaar. Volgens mij gaat het daar over het algemeen over. Bij integriteit spreek ik trouwens veel liever over deviant (het van de norm afwijkend) gedrag. Delinquentgedrag beschouw ik slechts als een onderdeel van de integriteitproblematiek.

In je publicatie stel jij de vraag 'Wat verstaan wij eigenlijk onder de term integriteit.' een vraag die in mijn optiek niet te beantwoorden is. Jij stelt in je publicatie dat niets zo erg is als het in twijfel trekken van iemands integriteit (een diskwalificatie). Volgens mij relateer jij dat aan de veronderstelling dat wanneer je van iemand diens integriteit meet, het resultaat zal zijn: Integer of niet integer. Dit soort van kwalificaties zijn bij het meten van integriteit niet relevant en genereren meer vragen en weerstand dan duidelijkheid en draagvlak.

Vaak hoor ik dat je integriteit kunt aanleren, als een vaardigheid. Integriteit is nog steeds een menselijke eigenschap (waarden en normen) is en zeer zeker geen vaardigheid. Je kunt wel vaardigheden aanleren om met integriteit om te gaan zoals je omgeving dat wil, maar dat is van een heel andere orde. Het eerste namelijk waar mensen op terug vallen, wanneer zij bijvoorbeeld onder druk moeten presteren of wanneer zij voortdurend worden geconfronteerd met laakbaargedrag, zijn hun oorspronkelijk waarden en normen (integriteit), zoals zij ooit in een ver verleden zijn geprogrammeerd. Het eerste wat zij dan laten varen zijn hun vaardigheden (De noodzaak om te overleven).

De testen die ik ken en die ik gebruik streven het meten van integriteit na door te kijken naar Gedrag (wat jij ook benoemt), Houding en Visie (waarop keuzes worden bepaald); meetbare criteria dus. Als voorbeeld een toepassing: De organisatie bepaalt wat zij onder integriteit verstaat en koppelt daar een aantal (meetbare) kernwaarden aan. De organisatie integriteit is iets anders als individuele integriteit, hoewel je die natuurlijk niet los van elkaar kunt zien.
De organisatie kan met behulp van testen beoordelen in hoeverre de individuele integriteit van de kandidaat of medewerker overeenkomt met de organisatie integriteit. De resultaten genereren een beeld waarop kan worden bijgestuurd. De test is natuurlijk maar een (ondersteunend) middel en mag nimmer een doel worden. De inzet van de integriteittesten waar ik mij in de afgelopen jaren (op die hiervoor geschetste wijze) heb beziggehouden zijn een welkome concretisering van het dikwijls abstracte begrip gebleken. De vraag over de constructvaliditeit van de testmoet natuurlijk al beantwoord zijn voordat de test wordt afgenomen.
Je zult begrijpen dat ik geloof in de waarde van het testen van integriteit. Volgens mij is de ontwikkeling niet meer tegen te houden. Goed trouwens dat er mensen zijn die voortdurend alleert en kritisch kijken naar die ontwikkelingen. Ondanks mijn enthousiasme blijf ook ik, als ‘mensen mens’, voortdurend kritisch de ontwikkelingen volgen.
Groet,
John W.Weusthof
Johan van der Putten
Onder het motto "Controle is goed, vertrouwen is beter, doe dat met de hele club, in plaats van elkaar te testen" ben ik het voor 100% eens met de auteur, en voor 100% oneens met de zwaarwichtige tools, alleen het woord al, en tests van bovenstaande heren

Meer over Assessment