De hofnar: held met houdbaarheidsdatum

Het dodo effect
Over gedragsverandering in organisaties

Het was in november tussen alle ellende door een luchtig nieuwsbericht, passend bij het onderwerp. AFAS CEO Bas van der Veldt neemt twee hofnars aan, een jonge student die een scriptie over het onderwerp schreef en een ondernemer die tegenspraak in zijn bedrijf moeten gaan organiseren. Van der Veldt wordt in een artikel voor De Ondernemer als volgt gequote: ,,Als ik het even op mijzelf betrek, het gebrek aan tegengas brengt het risico met zich mee dat ik ga geloven in mijn eigen sprookje. Terwijl de waarheid is dat ik gewoon heel veel mazzel heb. Als ik onvoldoende kritiek krijg, kan ik mezelf als de held gaan zien. Dan word ik steeds onbesuisder en neem ik beslissingen die voor mij wel kloppen, maar voor de rest niet. En word ik – excuse my French – gewoon een lul." De net aangenomen hofnars konden na deze woorden naar eigen zeggen alleen maar instemmend knikken.

Dodo

In mijn in 2015 gepubliceerde boek ‘Het dodo-effect’ ga ik in vijf afzonderlijke hoofdstukken in op de hofhouding van een organisatie, met een zonnekoning, een  hofnar, klokkenluiders, roofridders en frontsoldaten. De bovenstaande gebeurtenis is een mooie aanleiding hier een ingekorte versie van het hoofdstuk over de hofnar te publiceren.

Anders denken

Wie naar literatuur zoekt over ‘anders denken’ en ‘afwijkend gedrag’ binnen organisaties, komt bijna automatisch terecht bij artikelen over zonnekoningen en hun tegenhangers, de hofnarren. In iedere organisatie is wel iemand aan te wijzen die als ‘het geweten van de organisatie’, ‘de creatieveling’, ‘de dwarsligger’ of ‘andersdenkende’ persoon wordt gezien. De meest passende en gebruikte benaming voor een collega die een dergelijke rol vervult, is en blijft echter ‘de hofnar’. Het is de persoon die tegenwicht biedt. Net als zijn voorgangers uit de middeleeuwen zegt de hofnar hardop wat velen denken maar niet durven zeggen, bang dat het hen de kop gaat kosten.

In dat opzicht is de aanwezigheid van een hofnar binnen een organisatie een slecht teken. We doen er wel lollig over, maar blijkbaar is iedereen in de organisatie bang geworden zelf nog de nek uit te steken en is de top niet meer op een andere manier te bereiken. De hofnar is dan de laatste hoop om nog tegenspraak aan de leider(s) te bieden. Juist die top moet zich volgens Kets de Vries (1993) omringen met mensen die kunnen en durven zeggen: you’re full of shit.

Gereedschapskist

De hofnar dient over een ‘gereedschapskist’ aan technieken en methoden te beschikken om datgene te bereiken waartoe hij aan het hof is verschenen: het bieden van een spiegel aan hen die deze door niemand anders meer voorgehouden krijgen. In die ‘gereedschapskist’ zitten zaken als humor, mensenkennis, feedback geven, verhalen vertellen, de juiste vragen stellen, creativiteit, enthousiasme en vooral heel veel lef. Je moet tenslotte maar durven.

De hofnar is een krachtige persoonlijkheid die het risico van ontslag of afvloeiing durft te nemen. En het is de enige in de organisatie die durft te roepen: ‘Het is hier een ballentent!’ De rol van de hofnar dient zich normaliter pas aan als hij al enige tijd in de organisatie werkzaam is. Pas dan doorziet de hofnar welke rol hij heeft te vervullen en waar de organisatie behoefte aan heeft. Als geen ander dient hij het algemeen belang – in tegenstelling tot de persoon of personen tegen wie hij stelling neemt. Die denken uiteindelijk toch vooral aan zichzelf. De hofnar richt zich met name op interne problemen, op het feit dat de organisatie worstelt met zaken waar het zelf geen oplossing meer voor weet[1].

Waarschuwing

Een waarschuwing is hier op zijn plaats. Een hofnar is maar een beperkte tijd effectief. Na verloop van tijd wordt hij toch vooral als lastig, vertragend, storend of zelfs botweg als ergernis gezien: ‘Daar heb je hém/haar weer!’ Dit kun je ‘t.h.t.-management’ noemen: de functie is ‘ten minste houdbaar tot’. Het is daarnaast de kunst en de professionaliteit van de hofnar om zijn momenten te kiezen: weten wanneer hij zijn mond moet houden en wanneer hij een andere rol moet aannemen of moet vertrekken. Of zoals acteur Danny Kaye in de jaren vijftig film The Court Jester (De hofnar) al uitsprak ‘I’m just passing through’. Ik ben slechts op doortocht, zoals in de Middeleeuwen bijna altijd met hofnarren verging.

De essentie van de hofnar is het bieden van tegenspraak. Zoals gezegd is dat eigenlijk een veeg teken. Blijkbaar is niemand anders in de organisatie hiertoe nog in staat. De hofnar vertoont (sterk) afwijkend gedrag en vervult een specifieke rol. We weten dat hier behoefte aan is, toch lopen de meningen over de effecten van afwijkend gedrag binnen organisaties sterk uiteen. Anders denken en zijn wordt niet van iedereen zomaar geaccepteerd. De een ziet het als iets wat we moeten koesteren, omdat juist afwijkend gedrag organisaties zo succesvol maakt. De ander ziet er een groot gevaar in, omdat men kan ontsporen met alle gevolgen van dien – denk maar aan de zonnekoningen. Juist tegen die laatste groep kan een hofnar uiterst effectief zijn, als het niet al te laat is.

[1] Zie ook Marco Raad, De hedendaagse hofnar (2008).

Het labyrint van de ziel, Gyuri Vergouw
Het labyrint van de ziel

Dit is het eerste deel van een tweeluik over de Hofnar. Het verhaal is ontleend aan een hoofdstuk uit het onderdeel De Hofhouding, die verder bestaat uit De Zonnekoning, De Klokkenluider, De Roofridders en De Frontsoldaten uit het boek Het dodo-effect. Je kan dit boek via deze link, en via bijna alle online en offline kanalen bestellen, Zo ook mijn onlangs verschenen boek Het labyrint van de ziel.

 

Kom met uw praktijkervaringen op het terrein van managen en organiseren

Deel uw kennis, schrijf 3 columns of artikelen en ontvang een gratis pro-abonnement (twv €200)

Word een pro!

SCHRIJF MEE >>